vrijdag 26 augustus 2016

Gratis wind

Vorige week was ik op het strand in Zandvoort. Het was prachtig helder weer en de zee was ongewoon rustig. Ik was naar het strand gegaan om even lekker te wandelen om vervolgens een gebakken visje geheel zonder schuldgevoel naar binnen te kunnen werken. De matige wind blies die dag uit het oosten waardoor er een enkele kwal in de branding zijn Waterloo vond. Maar wat mij vooral opviel was dat het windmolenpark zeer goed zichtbaar was. Daarom waren op de boulevard mensen bezig om nietsvermoedende voorbijgangers een petitie te laten tekenen, uiteraard tegen de komst van windmolens. Los van het feit of ik het er mee eens of oneens ben, loop ik dergelijke vertegenwoordigers standaard voorbij, al vind ik het nobel dat mensen zich inspannen voor de goede zaak. Maar is de komst van meer van die windmolenparken nu echt zo slecht? Windenergie is toch een schone manier van energie opwekken?


De molens bij Kinderdijk

Windmolen
Het principe van een windmolen  is eenvoudig. Wieken vangen wind op en draaien vervolgens rond. De eerste Europese windmolens verschenen al zo'n 1000 jaar geleden in Europa. In het Verre Oosten kenden ze dergelijke technieken echter al veel langer. Toch, voor het Nederlands grondgebied is de windmolen uiteindelijk zeer belangrijk gebleken. Zonder poldermolens waren die immense polders namelijk nooit drooggelegd. En wat te denken van de eerste industriële toepassingen zoals die van een zaag- of graanmolen? Die draaiende reuzen hadden dan ook een belangrijke economische functie voor ons land. Later werd de techniek van de windmolen ingehaald door meer elektrische toepassingsmogelijkheden, wat uiteindelijk resulteerde in grootschalige industrialisering. Voor de ouderwetse windmolen - waar er helaas veel van zijn afgebroken -  restte slechts de cultuurhistorische waarde en de herinnering aan tijden van weleer.

Toekomstige generaties
De functie van de ouderwetse windmolen is nu meer educatief van aard geworden. En toch komen er wel weer meer molens bij. Ze zien er tegenwoordig alleen iets anders uit en er woont ook geen molenaar meer in. Wel zijn ze erg nuttig, want met die moderne windmolens kan energie worden opgewekt. En dat is maar goed ook, want ruim 10 miljoen Nederlandse huishoudens gebruiken nogal wat energie anno 2016. Een gemiddeld huishouden verbruikt jaarlijks zo'n 3500kWh. Wanneer je nagaat dat één moderne windmolen jaarlijks zo'n 600 huishoudens van elektriciteit kan voorzien, zouden we met een kleine 20.000 van die molens een heel eind komen. Voordat een moderne molen is ontwikkeld moeten er investeringen worden gedaan, en het ding moet worden geproduceerd. Dat kost ook allemaal geld en energie. Maar het is een stap in de goede richting. Zeker wanneer je een klein beetje mededogen hebt met onze toekomstige generaties.

Duurzaam
Volgens het CBS is het energieverbruik sinds de jaren vijftig zeer toegenomen en dat is natuurlijk logisch met de enorme opkomst van al die elektrische apparaten. In ieder geval reden genoeg om op zoek te gaan naar vormen van duurzame energie. De overheid heeft in dat verlengde gesteld dat in 2020 14% van alle energie duurzaam moet zijn opgewekt. Zo hoopt men de uitstoot van CO2 tegen te gaan. Een flinke uitdaging want op dit moment voert Nederland nog een Europees achterhoedegevecht waar het gaat om opwekken van duurzame energie. 
De doelstelling is om in 2050 alle energie duurzaam op te wekken. Daar zal op zich niemand tegen zijn, en dat was dus ook niet het argument van diegenen die mij probeerden te verleiden tot het tekenen van die petitie. De zieltjeswinners (niet vervelend bedoeld) waren juist vóór windenergie, alleen mocht het uitzicht niet worden vervuild. Want als mensen aan het strand zitten is het niet leuk dat er windmolens zichtbaar zijn. En voor ondernemers zou dat wel eens tegenvallende omzet kunnen opleveren. Maar aan de kust is nu wel eenmaal de meeste wind en daar heeft zo'n molen nou juist profijt van.

Gratis wind
Misschien is het niet geheel toevallig dat de opkomst van de eerder genoemde industrialisatie juist de reden is dat de moderne windmolen haar wedergeboorte heeft beleefd. Fabriceren heeft nu eenmaal energie nodig en wind is, en blijft, gratis. Ik ben het eens met het feit dat het niet echt een fraai gezicht wanneer je op het strand zit, maar de molens houden toch de zon niet tegen? Andere argumenten als; 'vogels hebben er last van' of 'het waait niet genoeg', zijn volgens mij eveneens klinkklare onzin. Een alternatief zou kunnen zijn dat we met zijn allen wat minder energie gaan gebruiken. Maar dat zie ik ook niet gebeuren. Ik vrees dan ook dat we er maar aan moeten wennen dat het uitzicht een beetje verandert. Ons nageslacht zal ons dankbaar zijn.


Windmolenpark in de Noordzee





donderdag 11 augustus 2016

Een Olympische gedachte

Olympische Spelen
De Olympische Spelen in Rio zijn in volle gang. Een beetje teleurstellend tot nu toe voor de Nederlandse equipe. De zwemmers hebben de supervorm helaas nog niet te pakken en dat geldt ook voor de meeste judoka's en roeiers. De volleybalsters en hockeyteams groeien daarentegen in het toernooi. Gouden vreugdetranen waren er wel al voor Anna van der Breggen die bij het wielrennen verdiend won. Een knappe prestatie nadat haar teamgenoot in een gevaarlijke afdaling vlak voor de finish keihard onderuit was gegaan. Wat me opvalt is dat het nog niet echt druk is in de stadions. Ondanks de trots van de Brazilianen vond ik het ook langs de weg en op het strand vrij rustig ogen. Zijn de kaartjes te duur of zijn het de virus-verspreidende muggen? Zaten die Brazilianen wel op de Spelen te wachten?

Kosten
Organiseren van zo'n sportfeest kost veel geld. De wedstrijden en alles wat daar direct bij hoort kost alleen al ruim 2 miljard euro (bron: Nationaal olympisch comité). Die kosten moeten uiteraard worden terugverdiend. Alleen daarom al moeten de tribunes denk ik zeker nog wat voller. Het Internationaal olympisch comité zal vervolgens waar nodig ook een duit in het zakje doen, zodat dat gedeelte als het goed is kostenneutraal blijft voor Brazilië. Maar wat te denken van de aanleg van al die accommodaties voor bijvoorbeeld huisvesting en stadions? Of de infrastructuur? Een veel grotere kostenpost natuurlijk welke door de publieke sector van het organiserende land zelf moet worden gefinancierd. Het kost waarschijnlijk nog vele jaren voordat die leningen zijn terugbetaald. De geschiedenis leert ons dat de totale kosten de begroting bijna altijd fors overschrijden. Ik vraag me of dat voor dit gastland wenselijk is. Het WK voetbal 2014 heeft immers ook al miljarden gekost. Eerlijk is eerlijk, er zijn ook banen gecreëerd en sommige ondernemers kunnen links en rechts best wat verdienen aan het evenement. Toch spelen er ook problemen van een andere orde in het gastland.

Favela's
Armoede is een groot probleem in de opkomende economie waartoe Brazilië behoort. De leefomstandigheden rondom de steden zijn er over het algemeen niet al te best. De vele favela's met in elkaar geknutselde huisjes vormen de basis voor criminaliteit, waarin drugsbendes met de autoriteiten strijden om de macht. Er is sprake van kinderarbeid en er heerst nog altijd volop analfabetisme onder het deel van de bevolking dat overwegend anarchistische denkbeelden heeft. Dagelijks komen gemiddeld 16 mensen om het leven door moord, maar dat nieuws haalt doorgaans de journaals niet eens meer. Van de 190 miljoen inwoners leeft 6% in armoede. Dat zijn wel een hoop mensen hoor. Ik zou me zo kunnen voorstellen dat de bewoners van die favela's met heel andere ogen naar de Olympische Spelen kijken.

De stijgende onvrede en kritiek leidden er in mei van dit jaar toe dat president Roussef op non-actief werd gesteld. Aanvankelijk leek zij nog de armoede en corruptie te kunnen bestrijden, maar door de aanhoudende recessie stegen noodgedwongen de prijzen en werden pensioenen gekort. Dit werd haar niet in dank afgenomen waarna zij het veld moest ruimen. Tevens wordt haar rol bij een corruptiezaak onderzocht. Op dit moment heerst er verdeeldheid in het land waarbij de traditionele strijd tussen arm en rijk onderhuids voedingsbodem is voor ongeregeldheden. Ik hoop voor Brazilië dat stabiliteit er terugkeert. Zal de Olympische spelen daaraan gaan bijdragen?

Pierre de Coubertin
Pierre de Coubertin
(1863 - 1937)
Door de Spelen ligt Brazilië nu onder een vergrootglas. Toch denk ik niet dat al die vreemde ogen ineens kunnen dwingen om de problemen in het land op te lossen. Nee, dergelijke problemen worden niet opgelost met een drie weken durend sportfestijn. Sporten kan daarentegen wel bijdragen aan het welzijn van mensen. Dat vond ook Pierre de Coubertin, de grondlegger van de moderne Olympische Spelen. Hij was het, die na vijftien eeuwen van afwezigheid, zich inspande voor herinvoering van de Olympische Spelen, wat hem uiteindelijk in 1896 ook is gelukt. Alleen vanaf dat moment niet meer om de Goden te eren, zoals dat voor de Grieken gedurende de Klassieke Oudheid nog gebruikelijk was. Een beroemde uitspraak van hem luidde: "The important thing in life is not the triumph but the fight, the essential thing is not to have won, but to have fought well." Nou, misschien dat een enkele atleet vindt dat meedoen al mooi is, maar ik vermoed dat de ware atleet alleen echt blij is met de hoogste trede. En wat te denken van de bewoners van de favela's? Zij zouden wel eens een heel andere uitleg kunnen geven aan de woorden van de Fransman. Een goed gevecht leveren vond de Coubertin nóg belangrijker dan winnen. Laat het de favela-bewoners maar niet horen.


maandag 1 augustus 2016

De zorg, voor wie een zorg?

Ik hoef maar een krant open te slaan of er is weer aandacht voor. Ik lees vooral vaak dat het allemaal verschrikkelijk duur is en steeds maar weer méér geld kost. Als ik de berichten voor waar aanneem holt ook de kwaliteit aanzienlijk achteruit.  Emancipatie, zelfredzaamheid en participatie zijn onvermijdelijke en belangrijke competenties die het gedrag typeren van alle directe betrokkenen. Ondertussen vervangen vrijwilligers er betaalde krachten. Meer doen met minder handen. De zorg. Voor wie is de zorg een zorg eigenlijk?

Babyboomers
Ontwikkeling aantal 65 en
80-plussers Nederland (bron CBS)
Ik ben gelukkig straks niet alleen als ik zorg nodig heb. Ergens tussen 2045 en 2050 zal ik 'pensioengerechtigd' zijn - alsof dat een recht is. Volgens mij gewoon een feit, maar goed. De geboortegolf, die begon na de Tweede Wereldoorlog, heeft in ons land een flinke stijging van het aantal inwoners opgeleverd. Die groei heeft zich alleen maar verder ontwikkeld door goede hygiëne en een medische wetenschap die soms wonderen verricht. Het aantal mensen stijgt dus nog altijd. Dat zal op een gegeven moment wel afvlakken, maar dan worden mensen wel nog steeds ouder, zo is de verwachting. Zie hiernaast afgebeelde grafiek.

Vergrijzing is allang geen modewoord meer, en tegelijk dus onvermijdelijk en blijvend. Oud worden is op zich geen probleem, maar als ik het eenmaal ben, stapelen de uitdagingen zich misschien op. Alleen kan ik dat nu allemaal nog niet overzien. Vanzelfsprekend hoop ik dat ik gezond oud wordt. Is een beetje geluk bij nodig. Het is natuurlijk nogal bepalend hoe ik oud word. Hoeveel en/of welke medische zorg heb ik nodig? Potentiële bedreigingen in overvloed. Hoe het ook zal gaan; ik moet altijd ergens wonen. Hoe gaat dat straks als ik oud ben?

Bejaardenhuis
Aan het begin van de twintigste eeuw waren de mogelijkheden beperkter dan vandaag de dag. In principe bleven ouderen gewoon op zichzelf wonen of anders bij één van de kinderen. Als dat allemaal niet mogelijk bleek, dan was er misschien een kerk die wat voor hulpbehoevenden zorgde. Later werd dat allemaal anders. Tegen de tweede helft van de twintigste eeuw konden bejaarden in één van de vele bejaardenhuizen terecht. Helemaal geweldig om zo te genieten van de oude dag na al die jaren van hard werken, kinderen opvoeden en het land vooruit helpen. Het woord bejaardenhuis klinkt alleen niet echt aardig dus gingen we die plekken op een gegeven moment verzorgingshuis noemen. Mensen werden er immers ook persoonlijk verzorgd. Aanvankelijk werden dergelijke instellingen overigens opgezet voor hulpbehoevende oude mannen. Vrouwen konden in huishoudelijke zin namelijk beter voor zichzelf zorgen. Later gingen toch ook vrouwen er naartoe. Wel zo gezellig voor die oude mannen.

Wat kost dat nou tegenwoordig?
Wanneer iemand in een verzorgingshuis terecht komt dan moet daar voor worden betaald. Het CAK is de instantie die dat regelt. Nergens woont iemand voor niets. De bijdrage kan op twee manieren worden berekend. Er is een lage en een hoge bijdrage. In principe betaalt iemand de eerste zes maanden de lage bijdrage. Deze blijft ook gelden wanneer er nog een partner thuis achterblijft. Wat moet worden bijgedragen wordt berekend aan de hand van het bijdrageplichtige inkomen. Dat inkomen is het jaarinkomen plus 8% van het totale vermogen. Over de uitkomst van die optelsom moet 12,5% worden betaald. Het bedrag kan per maand nooit hoger zijn dan € 838,60 (2016).

Als er geen partner is wordt de lage bijdrage na zes maanden omgezet naar een hoge bijdrage. Die is wat minder aantrekkelijk en heet niet voor niets hoge bijdrage. Het bijdrageplichtige inkomen staat dan namelijk gelijk aan het totale inkomen aangevuld met 8% van het vermogen. Wel mogen daar de kosten van levensonderhoud, verzekeringspremie en wat zakgeld vanaf worden getrokken. Maar wat overblijft is dus dat wat aan het verzorgingshuis moet worden betaald, met een maandelijks maximum van €2.301,40 (2016). Een beetje vermogen (bijvoorbeeld als er een huis is verkocht) kan er dus voor zorgen dat de maandelijkse kosten de pan uit rijzen. Op zich vind ik het vanzelfsprekend dat iemand die meer vermogen heeft wat meer betaald. De verschillen zijn echter wel fors en daarbij is ook gedurende iemands leven een verschil geweest in levensstandaard. Moet dat dan nu ineens veranderen? Bovendien denk ik dat mensen die wat geld over hebben, wel zo verstandig zijn om ervoor te zorgen dat zij zo min mogelijk gaan betalen. En dat terwijl er structureel geld bij moet in de zorg.

Thuis blijven wonen
Waar mag ik wonen?
Naast de huidige tendens ontstaan ook steeds vaker initiatieven waarbij ouders en kinderen toch in ieder geval in de buurt van elkaar kunnen blijven. Een kangoeroewoning of duowoning is een voorbeeld van zo'n initiatief. Beide een eigen plek maar wel zo dichtbij elkaar dat men voor elkaar kan zorgen. Niet alleen veel gezelliger, maar ook praktisch. Zo krijgen ouderen misschien wel de aandacht die ze nodig hebben en dan hoeven ze niet zo snel naar een verzorgingshuis voor gerichte zorg. En als de zorg toch steeds minder wordt, kunnen we die woongelegenheden ook net zo goed weer bejaardenhuizen noemen.

Misschien is het allemaal veel te ingewikkeld geworden. Natuurlijk zou het fijn zijn als er zorginstellingen blijven die hulpbehoevenden op kunnen vangen wanneer thuis wonen echt niet meer gaat. Maar zolang zelfstandig wonen nog wel gaat? Misschien moeten we terug naar het systeem van de goede oude tijd, waarbij ouders weer bij de kinderen inwonen. Los van de laatste 75 jaar is dat altijd al zo gegaan. Niets mis mee. Hoe dan ook, het is nu wel tijd dat we stoppen met die bezuinigingen! Zorg moet gewoon altijd goed zijn en dat gaat niet als er te weinig verzorgers zijn. Hopelijk verdwijnt dan eindelijk ook eens die negatieve berichtgeving over de zorg. Mensen die in een verzorgingshuis terecht komen, moeten gewoon goed verzorgd worden, wat dat dan ook kost. In een rijk land als Nederland zou dat toch normaal moeten zijn?