dinsdag 31 mei 2016

Preventief blussen

Pensioen. Weinigen houden zich er mee bezig en waarom ook? Nu leven en niet verdiepen in dat inkomen voor later is toch veel interessanter? En als er reeds sprake is van pensioen, dan maakt het al niet meer uit. Of toch wel? Ja, het is raadzaam om je af en toe eens stiekem een klein beetje in die materie te verdiepen. Het vervelende is namelijk dat opbouwen tijd kost en tijdig bijsturen een hoop ellende kan voorkomen, ook voor eventuele nabestaanden. Anders gezegd: als het huis maar lang genoeg brand, wordt blussen steeds ingewikkelder, zo niet onmogelijk.

Mijn AOW leeftijd
Eigen broek
Als we de wetenschap mogen geloven dan wordt een mens nog altijd gemiddeld steeds iets ouder. Dat komt de overheid van een vergrijzend Nederland natuurlijk niet goed uit. Steeds weer AOW uitbetalen is een kostbare zaak voor de gemeenschap. De leeftijdsgrens waarop we voor het eerst die maandelijkse tegemoetkoming ontvangen, zal dan ook vermoedelijk nog verder worden opgetrokken. Toets je geboortedatum maar eens in op de website van de sociale verzekeringsbank. Ik ben benieuwd waar jij op uitkomt. Mijn resultaat is hiernaast zichtbaar. Ik werd er niet direct vrolijk van.

Voorheen betaalden de werkenden de AOW voor gepensioneerden. Dit systeem werd omslagstelsel genoemd. Door vergrijzing is dit systeem echter onhoudbaar gebleken, want de kosten lopen per werkende te snel op. Wat zal daarvan het gevolg zijn? De term participatie-maatschappij is al eens gevallen. Het komt er straks misschien op neer dat we vaker onze eigen broek moeten ophouden. Ik maak me daarover wel eens een beetje zorgen, want dat zijn we niet meer gewend. De verzorgingsstaat is wat dat betreft wat doorgeschoten. Vroeger, zeg maar vóór de Tweede Wereldoorlog, moest men zorgen voor voldoende spaargeld of je werkte wat langer door. En als dat niet ging, dan mocht je misschien wel bij de kinderen wonen. Eigenlijk best overzichtelijk.

Willem Drees (1886 - 1988)
Minister van Staat
Drees
Wanneer iemand de pensioengerechtigde leeftijd bereikt zijn er meerdere manieren om inkomen te genieten. Op de eerste plaats is er AOW waarvan de vraag is in welke vorm dit ogenschijnlijk onhoudbare systeem blijft bestaan. De in de jaren '50 ingevoerde sociale wet, die door niet aflatende inzet van Willem Drees is ontstaan, staat onder grote druk. Diezelfde Drees  die overigens wel zeer lang AOW heeft genoten – vond dat er iets gedaan moest worden aan de armoede onder ouderen. De vraag is in hoeverre dat in de toekomst actueel blijft, want het welvaartsniveau is door de jaren heen al fors gestegen. In mijn optiek koren op de molen voor beleidsbepalers. Wellicht denken we straks ergens recht op te hebben, maar worden we toch gekort omdat we daarnaast nog wat hebben opgebouwd, op wat voor manier dan ook.

Dat boekje
Er is een grote groep die via werkgever pensioen opbouwt of reeds heeft opgebouwd. En ja, informatie daaromtrent staat dus in dat boekje wat elk jaar binnenkomt. Goed om eens door te nemen, echter velen zullen niet verder komen dan de eerste twee pagina's. Daar staat vaak je naam op en als je een partner hebt hopelijk ook zijn of haar naam. De volhouders die dan nog een pagina of twee extra lezen hebben dan nog wel gelezen hoeveel ze bruto gaan krijgen op de beoogde datum van pensionering, maar wie zegt dat dat ook de daadwerkelijk datum van pensionering is? En wat zijn de gevolgen wanneer er sprake is van onverhoopt overlijden, al dan niet vroegtijdig? Hoe dan ook; in bijna alle gevallen is het fors inleveren op dat mooie geschetste plaatje.

Ik tel liever mijn zegeningen en kijk kritisch naar wat ik heb opgebouwd via het pensioenfonds, al moet ook ik maar afwachten wat dat opgebouwde vermogen straks nog waard is. Pensioenfondsen hebben het als gevolg van de lage rentestand al lang erg zwaar en mogen daardoor de pensioenaanspraken niet indexeren. Dan lijkt het genoemde nu een leuk bedrag, maar verdampt dat ongewenst alsnog door inflatie en nog af te dragen belasting. Om moedeloos van te worden natuurlijk.

Het heft in eigen hand
Gelukkig is er nog een laatste mogelijkheid om pensioen op te bouwen: de zogeheten derde pijler. Deze biedt eenieder de mogelijkheid om in eigen beheer wat aan pensioenopbouw te doen. Handig ook voor bijvoorbeeld zzp'ers die zo fiscaal vriendelijk wat aan hun pensioen kunnen werken. De kanttekening daarbij is wel dat fiscaal vriendelijk aantrekkelijk klinkt, maar dat daar wel zeer veel regels aan kleven.

Gelukkig zijn er meer mogelijkheden. Zo zorgt een afgelost huis voor een betere inkomenspositie, want een hypotheekvrij huis betekent geen of toch lagere maandlasten, (trouwens ook als je nog niet met pensioen bent). Voor huurders gaat die vlieger natuurlijk niet op en dan zit er niets anders op dan sparen, maar ook die groep moet het heft in eigen hand nemen. Voor iedereen geldt namelijk dat gemeentelijke lasten en kosten voor boodschappen nooit wegvallen, om over kosten voor (toekomstige) zorg maar niet te spreken. Iedereen zal daarnaast zo zijn eigen gewenste bestedingsdoelen hebben, dus op de een of andere manier moet ieder voor zich zorgen dat er maandelijks wat binnenkomt.

Ik kan grotendeels zelf bepalen hoeveel inkomen ik nodig acht, en zo lang ik leef kost ik geld, zoveel is zeker. Alleen zo lang er geen glazen bollen zijn, weet ik niet hoe lang ik geld kost en dat kan dan weer lastig zijn. Des te belangrijker om een beetje regie te nemen en daar hoort dus bij dat ook ik af en toe aan de slag ga met mijn pensioenzaken, ook al is daar ogenschijnlijk niet veel plezier aan te beleven. Beter nu vast een beetje preventief blussen voordat de tent echt helemaal in de fik staat.

maandag 23 mei 2016

Investeren in valsspelers

Afgelopen week kwam het oordeel van de KNVB. De geplaagde voetbalclub F.C. Twente is als gevolg van haar financieel beleid teruggezet naar de Eerste divisie. Deze onlangs geïntroduceerde mogelijkheid was in de ogen van KNVB aanvankelijk nog mild, want eigenlijk zou de licentie om betaald voetbal te mogen spelen helemaal moeten worden ingetrokken. Een in allerijl aangepaste regel kon dit noodlot voorkomen. Desalniettemin beoogd KNVB toch een gedwongen degradatie voor F.C. Twente. De club heeft duidelijk op te grote voet geleefd en met name voormalige bestuurders zijn hier debet aan geweest. Daarbij moet worden opgetekend dat financiële malaise sterk is vervlochten met deze in 1965 ontstane fusieclub. Hoe dan ook, er is nu in de ogen van KNVB vals gespeeld en F.C. Twente is hiervoor veroordeeld.

Misleiding en bemoeizucht
F.C. Twente, sinds 1965
De gevolgen voor de profclub zullen groot zijn en mogelijk komt de club er nooit meer bovenop. Spelers zullen hun heil elders gaan zoeken en met minder inkomsten is de terugweg naar de top welhaast onmogelijk. Natuurlijk vindt de voetbalclub dat zij te zwaar gestraft is, maar KNVB vindt daarentegen dat zij ernstig is misleid. En daar kan ik me iets bij voorstellen. Als een club zich niet aan de regels houdt, volgen er maatregelen. Waar worden afspraken anders voor gemaakt? Er zijn diverse sancties doorgevoerd waaronder het niet mogen deelnemen aan Europese competities en een onderzoek naar structuurwijziging van de club. Maar de uitsluiting van deelname aan de hoogste Nationale voetbalcompetitie valt de club erg zwaar welke zij dan ook aanvecht via de burgerrechter.

Onnodig investeren
Ondertussen roeren steeds meer investeerders zich waaronder de gemeente Enschede. Waarschijnlijk in de angst verkerend en bezorgd dat zij hun investeringen – die in niet geringe mate zijn gedaan – niet (volledig) terugzien. Volkomen begrijpelijk, maar hebben die partijen zich dan niet gerealiseerd in welke beerput zij überhaupt investeerden? En met wiens geld is er eigenlijk geïnvesteerd? Dat de in zowel sportieve als financiële nood verkerende club er allerminst goed voorstond was zelfs voor een leek al geruime tijd overduidelijk. Ik begrijp dus ook niet dat dergelijke investeringen zijn gedaan, en deze zaak staat helaas niet op zichzelf. Nu gaat het om F.C. Twente, maar in het verleden zijn er ook noodlijdende clubs geweest waarvan velen juist niet gered zijn van de ondergang. Kijk maar naar de profvoetbalclub uit Haarlem, om maar een voorbeeld te noemen. Ik vind dan ook dat een gemeente zich niet met een profclub moet bemoeien en zeker niet wanneer de sportverenigingen in de wijken steeds vaker verplicht worden gesteld om de eigen broek op te houden, zoals. Een ongewenst uitvloeisel van de breeduit gepropageerde participatiemaatschappij. Onbegrijpelijk, want hoeveel had er in de wijken kunnen worden gedaan met al dat uitgegeven gemeenschapsgeld?

Vals spelen
Ik vind dat de belangen erg groot zijn geworden en het is niet normaal hoeveel miljoenen euro's in het Nederlandse profvoetbal omgaan. Dit wekt maar al te vaak onzuivere zaken in de hand. Wat te denken van de toename van buitenlandse investeerders, het speculeren en manipuleren van uitslagen? Om over dopinggebruik maar te zwijgen. Ik gun iedereen zijn of haar belegde boterham, maar dit soort buitenissigheden dienen geen enkel doel behalve een grote geldstroom naar slechts een handjevol mensen. Clubs kunnen nog zoveel schermen met hun maatschappelijke initiatieven, maar die goede bedoelingen staan in geen enkele verhouding met de opbrengsten die slechts een enkeling ten deel valt. Let wel, ik ben zeker niet tegen het bedrijven van een onderneming en behalen van grote winst, maar wel als er met gemeenschapsgeld moet worden bijgesprongen.

Deze week zal er ongetwijfeld een oordeel komen van de rechter. Voor de trouwe supporters hoop ik dat de straf in hun voordeel uitvalt, maar vanuit maatschappelijk oogpunt bezien geloof ik niet in steeds weer redden van clubs die er ongestraft een puinhoop van kunnen maken. Investeer liever in de vele kleine (sport)verenigingen die met zoveel vrijwilligers in de kernen actief zijn. Op die manier wordt sociale interactie gestimuleerd en daar plukt iedereen de vruchten van. In dat opzicht wordt er nu wellicht een voorbeeld gesteld, hoe vervelend ook voor de profclub.

   

dinsdag 17 mei 2016

Politieke moord


Nederlanders zijn van oudsher een volk met veel handelsgeest en ons land dankt haar welvaart deels aan de export. Het is dus niet verwonderlijk dat in de exportsector ongeveer een derde van alle arbeidsplaatsen te vinden zijn. De basis hiervoor werd gelegd in wat later de 'Gouden Eeuw' werd genoemd. Een bijzondere tijd waarin het kleine Nederland het centrum van de wereld was en waarin om bijzonder leiderschap werd gevraagd. Dat is vandaag de dag niet anders, want als onderdeel van een groter geheel houdt Nederland zich soms met moeite staande. Diplomatie en strategie zijn belangrijker dan ooit en de druk op de huidige leiders lijkt almaar groter te worden. Maar hoe ging dat in de Gouden Eeuw?

Johan de Witt (1625 - 1672)
Johan de Witt
Toen in 1650 de toenmalige stadhouder Willem II overleed, brak er een periode aan waarin er geen stadhouder kon worden benoemd. Simpelweg omdat zijn zoon nog geboren moest worden. In die periode waren onder aanvoering van een pensionaris wel al de Staten van Holland gevormd waarin de belangrijkste steden waren vertegenwoordigd. Vanaf 1653 werd de republiek aangevoerd door raadspensionaris Johan de Witt – een zeer intelligent staatsman en wiskundige die zich bewust was van de positie die Nederland innam in wereld.

De Witt was er alles aan gelegen om de handel te laten floreren. De staatsschuld, die als gevolg van vele gevoerde oorlogen was opgelopen, groeide onder zijn bewind niet meer verder, mede dankzij slimmere wiskundige berekeningen voor lijfrentes. Verder zorgde hij samen met bestevaêr Michiel de Ruyter (1607 - 1676) voor een sterke Nederlandse marine en dat was nodig, want omringende landen aasden op de vele handelsschepen die zoveel geld opleverden. In tegenstelling tot De Oranjes vond De Witt een sterk landleger minder van belang. Misschien hoopte hij dat het vrede zou blijven? Niets bleek minder waar.

Kind van de staat
De regenten hadden de touwtjes in handen en floreerden bij toenemende handel en nijverheid. De aanhangers van De Oranjes daarentegen waaronder veel arme leden van de bevolking – waren nogal ontevreden. Om hen op hun gemak te stellen werd Willem III – zoon van de voormalige stadhouder – in 1666 op vijftienjarige leeftijd benoemd tot 'kind van de staat'. Zo kreeg hij een jaarlijkse toelage en zou hij in de staatskunde worden opgeleid door Johan de Witt, die in de hoop verkeerde dat zijn protegé nooit stadhouder zou worden. Aanhangers van het huis Oranje voelden echter dat de macht weer terug zou kunnen komen naar hun zijde. Zoals wel vaker bij het ontbreken van een gemeenschappelijke vijand stonden twee groepen ineens weer lijnrecht tegenover elkaar. De orangisten aan de ene kant en de meer staatsgezinden, onder wie wel haast slachtoffers moesten vallen, aan de andere zijde. De dreigende oorlog zorgde daarbij precies voor genoeg onrust onder de bevolking van de republiek.

Gelyncht
Willem III (1650 - 1702)
In 1672 escaleerde het volledig. Engeland had de republiek definitief de oorlog verklaard en de roep om een nieuwe legeraanvoerder werd groter. De weg was hierdoor vrij voor een nieuwe stadhouder Van Oranje, die vervolgens ook werd gevonden in de persoon van Willem III. Ondertussen was Johans broer Cornelis de Witt opgepakt. Hij werd verdacht van het beramen van een moord op Willem III. Johan zocht zijn broer hierom op in zijn cel in 's-Gravenhage waarna het helemaal mis ging. Een boze menigte sleurde beide broeders de Witt mee naar buiten waarna zij werden gelyncht. Hun lichamen werden ondersteboven aan een paal gehangen en op gruwelijke wijze van hun ingewanden ontdaan. De nieuwe stadhouder heeft zich nooit uitgelaten over deze wreedheden waardoor er nog altijd verdenkingen heersen jegens hem. Dat de moord op de gebroeders De Witt een van de grootste politieke moorden is uit de geschiedenis van Nederland is slechts een understatement.

Modder
Zou zoiets anno 2016 ook nog kunnen gebeuren? Helaas denk ik van wel. Kijk maar naar de moord op Pim Fortuin in 2002. De dader is weliswaar opgepakt en berecht – en zelfs weer vrij –, maar sindsdien zijn de problemen alleen maar groter geworden – al is de genoemde klassieke tweestrijd tussen orangisten en regenten wellicht niet meer helemaal van toepassing. Desondanks broeit er onderhuids van alles en daarbij gaat het al lang niet meer alleen om Nederland. Europese sociale vraagstukken en economische zaken lijken steeds gewichtiger te worden en om meer aandacht te vragen.

Als onderdeel van een verenigd Europa – dat ons land meer vrije handel, vrij reizen en beduidend minder oorlog heeft gebracht  volgen de 'uitdagingen' elkaar in rap tempo op. Economische hervormingen en migratieproblemen lijken onoplosbaar. Daarbij moet helaas worden vastgesteld dat te veel politici te veel met modder smijten en er doorgaans weinig actie volgt op gedane beloftes. Als dat maar te vaak gebeurt, geloven kiezers de boodschap uiteindelijk niet meer en lijkt de weg vrij voor extremisme. Kijk maar naar de groei van bepaalde groeperingen zoals die ook voor de Tweede Wereldoorlog in opmars kwamen.

Positiviteit
Ik ben dan ook erg benieuwd naar de komende maanden, want begin volgend jaar zijn de verkiezingen voor de Tweede Kamer. In ieder geval zou ik willen pleiten voor meer positiviteit binnen de politiek in plaats van dat men probeert om de ander constant in kwaad daglicht te stellen. Aan samenwerking kan toch niet worden ontkomen, zeker niet binnen Europa. Iedereen heeft elkaar gewoon heel hard nodig. Vanzelfsprekend een lastige klus en ik moet hierbij toegeven dat ik mijn dagen niet als politicus zou willen slijten. Simpelweg omdat je het nu eenmaal nooit goed kunt doen. Ik heb daarom grote bewondering voor diegenen die wel de nek uitsteken. Want er is altijd behoefte aan nieuwe leiders. En laten we – al is het maar voor die nieuwe leiders – niet vergeten wat er wel goed gaat, want daar hebben Johan de Witt en al die andere vermoorde politici in het verleden immers een hoge prijs voor betaald.

maandag 9 mei 2016

Geluk en geld

Geld maakt niet gelukkig. Hoe vaak hoor ik dat wel niet. Meestal van mensen die het niet hebben of er juist heel veel van hebben. En toch, de wereld draait erom. Om geld dus. De hele wereld is er van afhankelijk. Banken hebben dan ook veel macht, ook al willen politici ons anders doen geloven. Ik zou heel graag die afhankelijkheid volledig uitschakelen, maar begrijp tegelijkertijd dat dat gewoon nooit gaat. Een gevangene van het huidige systeem? Of valt er toch iets te kiezen?

Primaire levensbehoeften
Heel ver terug in de tijd was men overdag hoofdzakelijk bezig met zoeken van eten. Dat was het doel van de dag en al lastig genoeg. Genoeg betekende geen honger. Als er iets te eten was gevonden, dan nam je de tijd om dat op te eten. Met aandacht. Mensen leefden veel buiten en waren zodoende meer dan genoeg in beweging. Zo bleef het lichaam in conditie. En als je geluk had, had je een bescheiden dak boven het hoofd. Een mens besteedde feitelijk tijd aan zijn of haar primaire levensbehoeften. Daarbij was tijd nog slechts een rekbaar begrip. Nu lijken we soms nergens meer tijd voor te hebben.

Hoe anders is dat dan vandaag de dag? Ik word soms geleefd, en vaak ben ik bezig met meer andere zaken dan alleen mijn primaire levensbehoeften. Sporten vind ik belangrijk – zo niet noodzakelijk – en tijd om (gezond) te eten blijkt soms een hele opgave. Onderwijs is ook zoiets. Om jezelf in de toekomst een plekje te gunnen op de arbeidsmarkt, moet je een beetje hebben doorgeleerd. 'Voor jou tien anderen!', zo lijkt het soms. Dus probeer ik zo veel mogelijk te leren. En hoe zit het met de tijd na die jaren van werken? Het pensioen? Als ik de berichten mag geloven, blijft er steeds minder over. Dat wordt dus repareren. Een mens lijkt dus constant bezig met de vraag: 'Heb ik straks wel genoeg?', wanneer dat straks ook moge zijn.

Maar wanneer verdient iemand nou genoeg? Om daar antwoord op te geven heb ik opgezocht wat de definitie van genoeg is. Ik kwam het volgende tegen. 'Genoeg is hetzelfde als zoveel als nodig is en zelfs meer'. Genoeg blijkt dus in de praktijk al meer te zijn dan nodig. Vreemd!? Tegelijkertijd is dat misschien wel een probleem waar de huidige maatschappij onder gebukt gaat.

Tijd en geld
Tienduizenden jaren geleden was er weliswaar nog geen geld, maar er werd op een gegeven moment geruild. Later bedacht men dat het handiger was, dat als je iets wilde hebben, je dat ruilde met iets van waarde. Dat iets van waarde moest dan wel mee te nemen zijn. Zo ontstond de bruikbare waarde van goud, dat uiteindelijk evolueerde naar geld. In feite een waardeloos goedje, maar op de een of andere manier zo belangrijk dat onze wereld er op draait en iedereen er afhankelijk van is geworden.

En dan wordt dat geld van ons door inflatie ook nog eens steeds minder waard. Goederen worden duurder, dus je kunt met geld steeds minder kopen. Je vraagt daarop of je meer mag verdienen en zo houdt dat elkaar lekker in evenwicht. Maar er is nog iets, namelijk het verschil tussen vermogen en inkomen. Het is beide geld, maar toch anders. Sommigen hebben zo veel geld, dat ze uit het rendement op hun vermogen een inkomen hebben. Voor de meesten is dat niet weggelegd. De grootste groep is afhankelijk van wat men aan inkomen geniet, wat vervolgens kan worden besteed aan bijvoorbeeld primaire levensbehoeften.

Preference drift
Ik heb eens een onderzoek gelezen waarin werd gezegd dat vanaf een bepaald inkomen het geluksgevoel niet meer toeneemt. Ik betwijfel echter of dat zo is. Het is volgens mij maar net wat je met dat inkomen allemaal wilt. Geld maakt volgens mij gewoon wel gelukkig. Misschien moet ik wel wat meer werken aan mijn preference drift. Deze term verwijst naar het feit dat naarmate iemand meer verdient, diegene na verloop van tijd om tevreden te zijn, steeds meer nodig heeft.

Ik heb zo af en toe de slechte gewoonte om te veel te willen en ben niet zo goed in consuminderen. Daardoor lijkt het wel eens of ik niet genoeg geld heb. Maar wanneer ik terug ga naar de basis, kom ik tot de conclusie dat met wat minder, ik nog steeds kan eten en drinken. Ook heb ik een dak boven het hoofd. Allemaal niet voor niks natuurlijk, maar ik realiseer me dat ik daarnaast gewoon best veel helemaal zelf kan kiezen, dus zo beroerd is het allemaal niet. Wat ben ik toch rijk.




maandag 2 mei 2016

Oranje

Vorige week was het Koningsdag, de verjaardag van onze koning. Voor zijne koninklijke hoogheid de tweede keer dat hij met zijn gezin zichzelf kon presenteren aan het immer gewillige uitgelaten volk. Het was koud, maar de festiviteiten waren weer groots als vanouds en veel Nederlanders grepen deze Nationale feestdag aan om de bloemetjes weer eens lekker buiten te zetten. Uit recent onderzoek bleek dat het animo voor het Koningshuis wel wat is geslonken, maar dat maakte de feestvreugde er niet minder om. Het weer is voor velen soms bepalender vermoed ik. Tegelijkertijd vroeg ik me wel af wat nu precies de reden was van het feit dat onze koning juist de koning is. Een stukje geschiedenis dan maar.


Bewijs van moord
Willem de Zwijger
Onlangs bezocht ik museum het Prinsenhof in Delft. In mijn ogen een aanrader. Naast een prachtige tentoonstelling van de schilder Johannes Vermeer (1632-1675) is er veel te vinden over ons Koningshuis en het ontstaan daarvan.

Het begon allemaal met Willem van Oranje die de bijnaam De Zwijger kreeg – hij dacht meer dan dat hij sprak. Omdat hij van zijn neef René een erfenis ontving die hem de titel 'Prins van Orange' opleverde, mocht hij als elfjarige aan het hof van keizer Karel V in de leer. Een betrekking welke begon als page (schildknaap), ontwikkelde zich al vlug in een hechte vriendschap met de keizer, die tevens de koning van Spanje was.

Beeldenstorm
In 1555 trad Karel V af waarna hij werd opgevolgd door zijn zoon Filips. De wredere Filips had niet zo veel trek in de koude Nederlanden en benoemde daarom Willem tot stadhouder. De stadhouder stond onder gezag van de koning en was in feite de hoogste gezagvoerder van een gebied. Een lastige opdracht in die tijd en voor Willem ontstonden dan ook al snel problemen. Er heerste veel armoede in de Nederlanden en velen kwamen daarom in opstand. Dit resulteerde uiteindelijk in een godsdienstoorlog, ook wel de beeldenstorm genoemd. Er werden vooral veel relikwieën van katholieke kerken vernield. Voor de weifelende Willem ontstond een innerlijke tweestrijd. Trouw blijven aan de katholieke Spaanse koning of strijden voor een republiek waarin geloofsvrijheid mogelijk moest zijn. Het werd het laatste. Zo ontstond in 1568 een oorlog die tachtig jaar zou duren en waarin Willem van Oranje in 1584 werd vermoord, nadat hij zich met zijn familie schuilhield in Delft.

De bloedlijn
Koning Willem I
Nadat diverse generaties na Willem van Oranje de positie van stadhouder hadden bekleed, hield dit op met de in 1702 gestorven Willem III. Met zijn overlijden stopte de bloedlijn en er brak een stadhouderloos tijdperk aan. Omdat in 1747 Franse troepen de republiek binnenvielen, werd de roep om een nieuwe Prins van Oranje echter weer groter. Zodoende dat de verre neef van Willem III – een afstammeling van de broer van Willem van Oranje – naar voren werd geschoven als stadhouder. De kleinzoon van deze Willem IV zou later in 1813 de eerste soevereine vorst van De Nederlanden worden en zichzelf in 1815 kronen tot koning Willem I.

Republiek versus monarchie
Vorig jaar bestond onze monarchie 200 jaar en in de loop der jaren is er veel veranderd. Zo is er steeds minder macht voor het staatshoofd weggelegd. Waar koning Willem I en II nog relatief veel macht hadden, gold dat voor Willem III – tegen zijn zin in – al een stuk minder. Sinds 2012 mag onze vorst zelfs de informateur na verkiezingen niet meer benoemen, waardoor inspraak minimaal is geworden. Formeel nog wel staatshoofd, maar feitelijk plechtig vorst, en ik vind dat prima. De mensheid heeft altijd leiders nodig gehad, maar die hoeven natuurlijk niet te veel zeggenschap te krijgen.

Het koningshuis is naar mijn bescheiden mening dan ook niets meer dan de Public-Relations afdeling van Nederland. Wel een dure afdeling – volgens RTL vorig jaar zo'n € 40 miljoen –, maar ik geloof toch dat ons koningshuis een heuse bijdrage kan leveren aan de BV Nederland. En net zo als in een bedrijf gaan de kosten nu eenmaal voor de baat uit. Aan de andere kant kost een president als alternatief ook heel veel geld, en dan niet alleen tijdens het presidentschap. Wanneer zo'n president is afgetreden krijgt deze persoon immers vaak doorbetaald, al dan niet in de vorm van pensioen. Daarbij kan een president met (te) veel zeggenschap ook gevaarlijk zijn. Kijk maar naar de landen waar geen koningen of koninginnen zijn.

Feestvieren
Dan nog even terug naar de ceremoniële kant van de zaak. Naast prachtige paleizen, waarvan sommigen kunnen worden bezocht, bestaat nog altijd Koningsdag. Bij gebrek aan deelname aan het Europees voetbalkampioenschap, een uitgelezen dag om bij elkaar de chauvinistische gevoelens weer wat op te rakelen. Feestvieren is nu eenmaal goed voor de saamhorigheid onder de Nederlanders, die doorgaans toch al niet vaak erg trots zijn op eigen natie. Behalve dus wanneer het feest is. En dat Koningsdag een feest was, zullen velen de dag erna ongetwijfeld wel hebben gemerkt. Die Nationale feestdag kunnen we dan in mijn optiek ook maar beter goed blijven benutten. Weer of geen weer.