Nederlanders zijn van oudsher een volk met veel handelsgeest en ons land dankt haar welvaart deels aan de export. Het is dus niet verwonderlijk dat in de exportsector ongeveer een derde van alle arbeidsplaatsen te vinden zijn. De basis hiervoor werd gelegd in wat later de 'Gouden Eeuw' werd genoemd. Een bijzondere tijd waarin het kleine Nederland het centrum van de wereld was en waarin om bijzonder leiderschap werd gevraagd. Dat is vandaag de dag niet anders, want als onderdeel van een groter geheel houdt Nederland zich soms met moeite staande. Diplomatie en strategie zijn belangrijker dan ooit en de druk op de huidige leiders lijkt almaar groter te worden. Maar hoe ging dat in de Gouden Eeuw?
Johan de Witt (1625 - 1672) |
Toen in 1650 de toenmalige stadhouder Willem II overleed, brak er een periode aan waarin er geen stadhouder kon worden benoemd. Simpelweg omdat zijn zoon nog geboren moest worden. In die periode waren onder aanvoering van een pensionaris wel al de Staten van Holland gevormd waarin de belangrijkste steden waren vertegenwoordigd. Vanaf 1653 werd de republiek aangevoerd door raadspensionaris Johan de Witt – een zeer intelligent staatsman en wiskundige die zich bewust was van de positie die Nederland innam in wereld.
De Witt was er alles aan gelegen om de handel te laten floreren. De staatsschuld, die als gevolg van vele gevoerde oorlogen was opgelopen, groeide onder zijn bewind niet meer verder, mede dankzij slimmere wiskundige berekeningen voor lijfrentes. Verder zorgde hij samen met bestevaêr Michiel de Ruyter (1607 - 1676) voor een sterke Nederlandse marine en dat was nodig, want omringende landen aasden op de vele handelsschepen die zoveel geld opleverden. In tegenstelling tot De Oranjes vond De Witt een sterk landleger minder van belang. Misschien hoopte hij dat het vrede zou blijven? Niets bleek minder waar.
Kind van de staat
De regenten hadden de touwtjes in handen en floreerden bij toenemende handel en nijverheid. De aanhangers van De Oranjes daarentegen – waaronder veel arme leden van de bevolking – waren nogal ontevreden. Om hen op hun gemak te stellen werd Willem III – zoon van de voormalige stadhouder – in 1666 op vijftienjarige leeftijd benoemd tot 'kind van de staat'. Zo kreeg hij een jaarlijkse toelage en zou hij in de staatskunde worden opgeleid door Johan de Witt, die in de hoop verkeerde dat zijn protegé nooit stadhouder zou worden. Aanhangers van het huis Oranje voelden echter dat de macht weer terug zou kunnen komen naar hun zijde. Zoals wel vaker bij het ontbreken van een gemeenschappelijke vijand stonden twee groepen ineens weer lijnrecht tegenover elkaar. De orangisten aan de ene kant en de meer staatsgezinden, onder wie wel haast slachtoffers moesten vallen, aan de andere zijde. De dreigende oorlog zorgde daarbij precies voor genoeg onrust onder de bevolking van de republiek.
Gelyncht
Willem III (1650 - 1702) |
Modder
Zou zoiets anno 2016 ook nog kunnen gebeuren? Helaas denk ik van wel. Kijk maar naar de moord op Pim Fortuin in 2002. De dader is weliswaar opgepakt en berecht – en zelfs weer vrij –, maar sindsdien zijn de problemen alleen maar groter geworden – al is de genoemde klassieke tweestrijd tussen orangisten en regenten wellicht niet meer helemaal van toepassing. Desondanks broeit er onderhuids van alles en daarbij gaat het al lang niet meer alleen om Nederland. Europese sociale vraagstukken en economische zaken lijken steeds gewichtiger te worden en om meer aandacht te vragen.
Als onderdeel van een verenigd Europa – dat ons land meer vrije handel, vrij reizen en beduidend minder oorlog heeft gebracht – volgen de 'uitdagingen' elkaar in rap tempo op. Economische hervormingen en migratieproblemen lijken onoplosbaar. Daarbij moet helaas worden vastgesteld dat te veel politici te veel met modder smijten en er doorgaans weinig actie volgt op gedane beloftes. Als dat maar te vaak gebeurt, geloven kiezers de boodschap uiteindelijk niet meer en lijkt de weg vrij voor extremisme. Kijk maar naar de groei van bepaalde groeperingen zoals die ook voor de Tweede Wereldoorlog in opmars kwamen.
Positiviteit
Ik ben dan ook erg benieuwd naar de komende maanden, want begin volgend jaar zijn de verkiezingen voor de Tweede Kamer. In ieder geval zou ik willen pleiten voor meer positiviteit binnen de politiek in plaats van dat men probeert om de ander constant in kwaad daglicht te stellen. Aan samenwerking kan toch niet worden ontkomen, zeker niet binnen Europa. Iedereen heeft elkaar gewoon heel hard nodig. Vanzelfsprekend een lastige klus en ik moet hierbij toegeven dat ik mijn dagen niet als politicus zou willen slijten. Simpelweg omdat je het nu eenmaal nooit goed kunt doen. Ik heb daarom grote bewondering voor diegenen die wel de nek uitsteken. Want er is altijd behoefte aan nieuwe leiders. En laten we – al is het maar voor die nieuwe leiders – niet vergeten wat er wel goed gaat, want daar hebben Johan de Witt en al die andere vermoorde politici in het verleden immers een hoge prijs voor betaald.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Als je hierover iets kwijt wilt...