maandag 17 oktober 2016

Zwarte Piet; een blijvertje?

Sint Nicolaas met knecht
Nog een maand en dan is het weer zover; de intocht van Sinterklaas. Altijd weer een magische tijd voor klein en groot. Of nou ja dat was zo, want de discussie over de invulling wordt steeds heviger. Zelfs zo ernstig dat het voortbestaan van deze traditie, die toch vooral voor kinderen is bedoeld, wordt bedreigd. Waarom ook weer? Omdat er volwassenen zijn die het niet normaal vinden dat Sinterklaas wordt geassisteerd door Zwarte Piet. Het zou kunnen neigen naar racisme, maar is dat wel zo? En waar komt die traditie ook alweer vandaan?

Nicolaas van Myra
In Nederland wordt al zo'n vijf eeuwen lang de schoen gezet. Heel lang geleden voornamelijk door armen die wel wat extra's konden gebruiken. Bijkomend voordeel was dat rijke mensen zichzelf op die manier (anoniem) van hun goede kant konden laten zien. Maar ook voor die tijd werd de naam Sint Nicolaas al gebruikt. De traditie rondom de goedheiligman voert zelfs al eeuwen terug, naar een tijd waarin een bisschop uit Myra zich bekommerde om de mensheid. Die bisschop werd vermoedelijk geboren rond 280 in Patara (Turkije). Diverse legendes bevestigen zijn goedheid, voor zover een legende dat in objectieve zin kan uiteraard. Toch is het zo dat verschillende aspecten doorgevoerd zijn in het Sinterklaasfeest zoals wij dat vandaag de dag kennen. Zo is het strooigoed afgeleid van geschenken aan armen en is vijf december de laatste dag voor de sterfdag van die goede Nicolaas van Myra.

Knecht
Sint-Nicolaasfeest
door Jan Steen (1626 - 1679)
Aanvankelijk bezocht Sint-Nicolaas ons nog zonder knecht. Veel later, nadat onderwijzer Jan Schenkman in 1850 een boekje schreef getiteld Sint Nicolaas en zijn knecht, kwam hier verandering in. De hernieuwde traditie was geboren en vanaf dat moment werd de goedheiligman kennelijk te oud - toch alweer ruim 1500 jaar! - om alles alleen te doen. Er werd er een helper bij verzonnen. Die helper was een man met een Moors uiterlijk en gekleed als page. Heeft de schrijver met de keuze voor een dergelijk uiterlijk een fout begaan?

Meer helpers
De viering van Sinterklaas bestaat dus al eeuwen in Nederland en is met name vlak na de Tweede Wereldoorlog echt groot geworden. Dit kwam doordat meerdere Canadese soldaten zichzelf verkleed als Zwarte Piet beschikbaar stelden om zo vlak na de oorlog weer wat feest te brengen. Zo gingen we dus van één assistent naar een heleboel assistenten. Misschien hadden de Canadezen dat beter kunnen laten. Enkele jaren later vonden critici de uitdossing in de vorm van Zwarte Piet plotseling racistisch en een verwijzing naar slavernij. Een mening die ik slechts ten dele deel. Want wat mij altijd opvalt is dat die hulpvaardige Moor een behoorlijke mate van gezag heeft en als dank daarvoor ook nog eens zeer populair is onder zijn aanhangers; kinderen. Een graag geziene en gerespecteerde gast dus.

Tradities
Soms zijn tradities aan verandering onderhevig, maar ze laten zich in elk geval altijd lastig veranderen. Eenmaal ergens aan gewend zijn mensen namelijk niet zo snel tot andere gedachten te brengen. Daar is allerlei wetenschappelijk onderzoek naar gedaan waarop ik nu niet te diep wil ingaan. Maar dat pleit dus voor zowel de voor- als tegenstanders. Wanneer je dus nagaat dat de basis voor onze gedachten, die al lang geleden (in onze kindertijd) zijn gevormd, doorslaggevend is voor iemands standpunt, moet je welhaast concluderen dat de toch al schaarse energie beter aan andere zaken kan worden besteed. Naar mijn mening kunnen we dan ook beter stoppen met discussiëren over een onderwerp dat de discussie te weinig waard is. Dit schrijvende behoor ik wellicht tot de voorstanders van het feest in huidige vorm, maar ben ik daarmee dan automatisch racistisch?


Sprookjes
Natuurlijk vraag ook ik me soms af of Sinterklaas zo langzamerhand niet een beetje moet gaan automatiseren. Dan kan hij al die Zwarte Pieten laten vervangen door postbezorgers. Misschien kan hij zelf ook wel worden wegbezuinigd. Dan is meteen de gehele traditie om zeep geholpen, maar wat zou dat? Nee, ik heb een ander voorstel. Laten we nu gewoon stoppen met discussiëren over een onderwerp waarvan de doelgroep geen enkel probleem maakt. Dan kunnen we al onze kinderen gewoon weer eens per jaar een beetje geoorloofd in de maling nemen. Lachen toch? Vervolgens consumeren we gezellig samen al die chocomel, pepernoten en speculaas, want daarvan is tegenwoordig meer dan genoeg voor handen. Al dat vreetwerk ligt immers al vanaf de zomervakantie massaal in de winkelschappen.

Ik geloof al lang niet meer in Sinterklaas, maar ik geloof ook niet in sprookjes en die blijven ook bestaan. Sterker nog, sprookjes zijn naast vermakelijk vaak zelfs voorzien van nuttige boodschappen. Misschien moet juist daarom het Sinterklaasfeest blijven. En áls het feest uiteindelijk toch deels verdwijnt, dan passen we de liedjes gewoon een beetje aan. Ik ben alvast begonnen:

Zwarte Piet, wiedewiedeweer, ‘k hoor je wel, maar ik zie je niet meer.
Ik zet nooit meer mijn lege schoen, daar hoeft dan ook niemand meer iets in te doen.
Zwarte Piet, wiedewiedeweer, ‘k hoor je wel, maar ik zie je niet meer.

dinsdag 27 september 2016

Prinsjesdag

Derde dinsdag
Afgelopen week stond in het teken van Prinsjesdag, en dus was er aandacht voort een koets, de Miljoenennota en natuurlijk hoedjes. Niemand die dat over het hoofd heeft gezien. Met de verkiezingen van maart 2017 in het vooruitzicht betekende deze Prinsjesdag tevens de laatste begroting van het huidige kabinet. Over het algemeen brengt deze dag zowel iets positiefs als iets negatiefs, en egoïstisch als ik ook soms ben, heb ik vanzelfsprekend wel al even gekeken naar datgene wat betrekking heeft op mijn eigen situatie. Tegelijkertijd vroeg ik me ook af waarom Prinsjesdag nu juist Prinsjesdag heet? Waar staat deze dag nu eigenlijk precies voor?

Derde dinsdag in september
De derde dinsdag in september was dit jaar weer een bijzondere dag. Niet alleen omdat ik op die dag jarig was, maar ook omdat het Prinsjesdag was. De naam Prinsjesdag wordt al eeuwen gebruikt en gaat terug naar de tijd van Willem V (1748 - 1806) die om zijn verjaardag te vieren zichzelf met zijn kinderen (Prinsjes) gewillig door een vrolijke menigte liet toejuichen. Er waren heel vroeger trouwens vaker Prinsjesdagen. Aanhangers van het huis Oranje gebruikten de term Prinsjesdag namelijk voor alles wat men maar kon vieren en herleiden naar de Oranjes. Zo werd geprobeerd om zo veel mogelijk sympathie voor het huis Oranje te kweken.

Prinsjesdag viel niet altijd op de derde dinsdag in september. Ooit was het namelijk op een maandag in november. Alleen dat gaf op den duur wat problemen. Omdat november aan het einde van het jaar valt, was er onvoldoende tijd om al die plannen gereed te krijgen voor aanvang van het nieuwe parlementaire jaar. En die maandag dan? Reizen in die tijd duurde soms lang. Om te voorkomen dat ministers al op zondag van huis moesten vertrekken, is Prinsjesdag dan ook verschoven; naar de derde dinsdag in september dus.

Miljoenennota
Een belangrijk onderdeel van Prinsjesdag is de troonrede, welke met het ontstaan van ons Koninkrijk in 1815 werd geïntroduceerd. Aanvankelijk maakte het staatshoofd nog meerjarige plannen bekend, maar langzaam maar zeker werden die plannen ingekort tot een horizon van een jaar. Vandaag de dag lijkt soms een jaar vooruit plannen al ingewikkeld.

Prinsjesdag inclusief begroting in de huidige vorm bestaat sinds 1930. Omdat de koning de troonrede voorleest, en met veel pracht en praal zijn opwachting maakt, is de term Prinsjesdag nog altijd gerechtvaardigd. De gouden koets is dan wel even niet beschikbaar, maar dat laat niet onverlet dat republikeinen het nakijken hebben op deze dag. En dat de Miljoenennota inmiddels een Miljardennota is moeten we maar even door de vingers zien. Maar wat stond er nu ook alweer in die nota?

Huishoudboekje
Voor de overheid zijn enkele zaken van groot belang. Duurzame economische groei is daar één van. Een andere pijler is het huishoudboekje, dat voor iedereen - burger en overheid - op orde moet zijn. Het gaat weer de goede kant op, maar critici zullen stellen dat de stand van de wereldeconomie die kar heeft getrokken en dat de groei niet zozeer een verdienste was van het Haagse beleid. Hoe dan ook, er is wel beleid nodig en dat gaat de burger op termijn zeker merken. De overheid verwacht namelijk van haar burgers dat zij steeds vaker zelfredzaam zijn. Een bommetje onder de verzorgingsstaat? Ik denk van wel. Eerlijk is eerlijk, er is best wel heel veel geregeld en al die regelingen kosten veel geld. Dat kan op bepaalde punten misschien best wel wat minder of anders.

Schatkist
Het gaat dus weer iets beter met onze economie en de geluiden uit Den Haag zijn dan ook overwegend positief. Begin volgend jaar zijn er echter weer verkiezingen. Ik ben dan ook benieuwd hoeveel en hoe lang de gepresenteerde plannen houdbaar blijven. Want ondanks alles heeft ook de schatkist een bodem en net als voor burgers geldt, zal ook de overheid moeten reserveren. Zeker nu de rente nog laag is, want wanneer die stijgt, worden de staatsleningen natuurlijk weer veel duurder.

Ambitieuze doelstelling
Wat ook steeds duurder wordt voor de samenleving zijn onze pensioenen. Er is de laatste vijftig jaar wel erg veel gespaard - de pensioenpotten zitten inmiddels overvol -, maar de meesten moeten ook nog met pensioen. Het huidige pensioenstelsel is in mijn ogen dan ook onhoudbaar. Het is zeer de vraag of er straks voldoende middelen zijn om al die beloofde uitkering en AOW te kunnen uitbetalen. Of de uitkeringen worden kleiner of er moet eerst weer meer worden ingelegd. Enige zelfredzaamheid zal ook op dit punt - al in de nabije toekomst - worden gevraagd, zo verwacht ik.

Een ander delicaat punt is ons klimaat. Nederland heeft een ambitieuze doelstelling om in 2050 zoveel mogelijk volledig duurzaam energie op te wekken. Voor het zover is moet het in 2023 overigens al 16% zijn en daar zijn we nog lang niet. Die ambitieuze doelstelling kan alleen maar worden behaald als de overheid investeert. En daar is veel geld voor nodig. Denk nog even aan de bodem van die schatkist en bedenk dan vervolgens wie die rekening straks krijgt gepresenteerd. Tegelijkertijd is nietsdoen natuurlijk ondenkbaar, maar wat krijgt de burger daar voor terug?

Samenwerking en stabiliteit
Nadat de belastingtarieven vorig jaar iets zijn verlaagd, gaan deze volgend jaar voor de meesten weer licht omhoog. Zo komt er o.a. extra geld vrij voor kinderopvang. Op het gebied van pensioenen voor ondernemers verandert er iets belangrijks. Zij mogen vanaf volgend jaar namelijk geen pensioen meer opbouwen binnen hun onderneming. Een aderlating voor sommigen die hierdoor nu al iets meer belasting moeten afdragen. Ondanks alles zal de koopkracht voor iedereen wel verbeteren. Verder wordt vanaf 2017 de schenkingsvrijstelling weer verruimd naar € 100.000,-.Voor sommige starters op de woningmarkt erg fijn, vooral ook omdat bij het kopen van een woning tegenwoordig wat eigen geld moet worden meegenomen. En toch schaar ik deze zaken nog onder de categorie luxeproblemen.

Als gevolg van politieke instabiliteit in het Midden-Oosten is een grote stroom van vluchtelingen op gang gekomen. Dit is wat je noemt niet bepaald een luxeprobleem, want de uitdaging die dat nog met zich mee gaat brengen is vermoedelijk van veel grotere orde dan nu kan worden overzien. In ieder geval is het wel duidelijk dat stabiliteit benodigd is om dit probleem het hoofd te bieden. Ondanks het onlangs gesloten akkoord met Turkije blijft dit volgens mij dé grote uitdaging voor Europa, en dus ook voor Nederland waar men soms elkaar de spreekwoordelijke tent uitvecht. En waar verdergaande samenwerking genoodzaakt lijkt, valt mij op dat zoiets als Brexit soms als iets positiefs wordt beschouwd. Maar ik geloof niet dat een verdeeld Europa al die problemen gaat oplossen. Alles bij elkaar betekent dit dus waarschijnlijk meer samenwerken om zo vaker de gemaakte afspraken te herijken. Want zoals de koning al tijdens zijn troonrede zei: 'Nederland is een sterk land in een instabiele wereld.' Op naar de verkiezingen dan maar!





maandag 12 september 2016

Whisky en sigaren

Whisky
Zoals een enkeling wellicht weet houd ik op zijn tijd van een goed glas whisky. Maar niet alleen de smaak ervan vind ik interessant. Mijn nieuwsgierigheid wordt pas echt bevredigd wanneer ik wat achtergrondinformatie heb van datgene wat ik aan het drinken ben. Whisky is er in oneindig veel geuren, kleuren en smaken en omdat er nu eenmaal veel te proeven is, is er ook veel te leren. Proeven en leren gaan wat mij betreft hier dus hand in hand. Daarbij is het hanteren van de juiste volgorde van die twee zaken natuurlijk wel essentieel. Eerst veel proeven bevordert namelijk het leren voor geen meter.

Schotland
Wanneer iemand over whisky begon, dacht ik altijd direct aan Schotland. En Schotland is waarschijnlijk ook de bakermat. Maar op veel plekken ter wereld wordt tegenwoordig whisky geproduceerd. In Nederland dus ook. De serie whisky's onder de naam Millstone zijn zeker de moeite waard. De whisky's uit Japan daarentegen zijn bijna niet van hun Schotse neefjes te onderscheiden. In Amerika wordt zo niet nog driftiger gedistilleerd, maar noemt men het vaak bourbon, waarvan de basisgrondstof overigens minimaal 51% maïs moet zijn.

Hoe wordt whisky nou gemaakt?
De basis voor whisky kan dus maïs zijn, maar gerst vormt nog vaker de basis. Het proces start met het verwarmen van de basisgrondstof. Dit doet men door de gerst uit te spreiden over de moutvloer waaronder turf of een andere brandstof wordt verbrand. Het type brandstof bepaalt deels al de smaak van de uiteindelijke whisky. Wanneer bijvoorbeeld turf wordt gebruikt - wat rond distilleerderijen in de buurt van eilanden of de kust te vinden is - dan trekt die specifieke rook namelijk in de gerst. Net als bij mensen wordt er zo al op jonge leeftijd een basis gelegd voor een nieuw authentiek karakter. Zeker iets om rekening mee te houden wanneer je kiest welke whisky je wilt drinken.

Moutvloer
En dan verder?
Door het verwarmen van de grondstof gaat deze ontkiemen en hierdoor worden suikers aangemaakt. Suikers helpen bij de omzetting naar alcohol. Daarna wordt de gerst met water vermengd en gedistilleerd. Dit proces van distilleren wordt vervolgens een keer herhaald. In Ierland distilleert men zelfs drie keer wat doorgaans een zachtere whiskey oplevert. (Goed gezien; in Ierland, en ook in Amerika, schrijft men whiskey, met extra e).
Na het proces van distilleren is er spirit ontstaan. Een dan nog heldere drank met zeer hoog alcoholpercentage en wanneer je slokdarm je lief is, dus nog niet echt geschikt voor consumptie.

Rijpen op eiken vaten
Na het distillatieproces wordt de spirit overgedaan in eikenhouten vaten waarna de rijping begint. Er worden verschillende soorten eik gebruikt die op hun beurt ook weer hun eigen smaak afgeven. Zo staat Amerikaanse eik erom bekend vanilline af te geven wat een beetje de smaak van - logisch - vanille geeft aan de spirit. Amerikaans eik wordt wereldwijd het meest gebruikt, maar in Schotland gebruikt men meestal Europees eik. Soms gebruikt men vaten waar eerder sherry in heeft gerijpt. Deze vaten geven dan niet alleen een typische smaak, maar kleuren de spirit doorgaans ook donkerder.

Van het vat in de fles
Na minimaal drie jaar mag de drank officieel whisky worden genoemd en zou het onder die naam kunnen worden gebotteld, maar vaak wordt daar nog even mee gewacht. Meestal geldt; hoe langer gerijpt, des te exclusiever en duurder de whisky. De betere soorten kennen dan ook een veel langere rijping op het vat waarbij 10 of 12 jaar voorkomt, maar waar langer zeker geen uitzondering is.

Whisky moet minimaal 40% alcohol bevatten. Wanneer de drank in de fles gaat wordt dit dan ook gemeten. Er wordt water toegevoegd om de whisky naar een gewenst alcoholpercentage terug te brengen. Overigens komen hogere alcoholpercentages gewoon voor. Ooit heb ik eens geprobeerd om een whisky van 59% puur te drinken. De desbetreffende whisky was afkomstig uit Zwitserland en heette waarschijnlijk niet voor niets Old Bear. Die geluiden die je dan produceert...Dat was dus eens en nooit weer, maar wel onvergetelijk.

Proeverij
Het heeft even geduurd voordat ik whisky ben gaan waarderen. Voordat ik mijn vrouw leerde kennen, had ik er nog niet veel mee. Voor de duidelijkheid; Mijn vrouw is niet dé reden dat ik ben begonnen. Mijn schoonvader daarentegen wel. Hij heeft me een beetje wegwijs gemaakt in wat er zoal te koop is op whiskygebied. Mijn eigen nieuwsgierigheid deed de rest. Voor die tijd dronk ik ook al eens een glaasje, maar dat drinken had meer weg van misbruik. Later leerde ik dus dat er veel meer bestond dan Johny Walker, Famous Grouse of Jack Daniel's.

Inmiddels organiseren we met een selecte club een paar keer per jaar een proeverij. Zo'n avond ziet er als volgt uit; Iedereen brengt een door hemzelf geselecteerde whisky mee. Vervolgens wordt er een kleine spreekbeurt gehouden. Er komt dus ook wat huiswerk bij kijken, want we willen weten wat we drinken en waarom. De uitslovers verzorgen tevens een hapje ter begeleiding, maar het gaat natuurlijk om de whisky. Zo valt er nog veel meer te melden. Wat te denken van bijvoorbeeld ijs in whisky? Of, wanneer moet er water bij? En met welk glas drink je whisky eigenlijk het lekkerst? Een volgende keer zal ik wat anekdotes uit de boeken doen, want neem van mij aan, tijdens dergelijke avonden ontstaan altijd leuke gesprekken. Nog zo'n leuke bijwerking van whisky proeven. En dan heb ik het nog niet over sigaren gehad, maar ook daar kom ik nog wel eens op terug.




vrijdag 26 augustus 2016

Gratis wind

Vorige week was ik op het strand in Zandvoort. Het was prachtig helder weer en de zee was ongewoon rustig. Ik was naar het strand gegaan om even lekker te wandelen om vervolgens een gebakken visje geheel zonder schuldgevoel naar binnen te kunnen werken. De matige wind blies die dag uit het oosten waardoor er een enkele kwal in de branding zijn Waterloo vond. Maar wat mij vooral opviel was dat het windmolenpark zeer goed zichtbaar was. Daarom waren op de boulevard mensen bezig om nietsvermoedende voorbijgangers een petitie te laten tekenen, uiteraard tegen de komst van windmolens. Los van het feit of ik het er mee eens of oneens ben, loop ik dergelijke vertegenwoordigers standaard voorbij, al vind ik het nobel dat mensen zich inspannen voor de goede zaak. Maar is de komst van meer van die windmolenparken nu echt zo slecht? Windenergie is toch een schone manier van energie opwekken?


De molens bij Kinderdijk

Windmolen
Het principe van een windmolen  is eenvoudig. Wieken vangen wind op en draaien vervolgens rond. De eerste Europese windmolens verschenen al zo'n 1000 jaar geleden in Europa. In het Verre Oosten kenden ze dergelijke technieken echter al veel langer. Toch, voor het Nederlands grondgebied is de windmolen uiteindelijk zeer belangrijk gebleken. Zonder poldermolens waren die immense polders namelijk nooit drooggelegd. En wat te denken van de eerste industriële toepassingen zoals die van een zaag- of graanmolen? Die draaiende reuzen hadden dan ook een belangrijke economische functie voor ons land. Later werd de techniek van de windmolen ingehaald door meer elektrische toepassingsmogelijkheden, wat uiteindelijk resulteerde in grootschalige industrialisering. Voor de ouderwetse windmolen - waar er helaas veel van zijn afgebroken -  restte slechts de cultuurhistorische waarde en de herinnering aan tijden van weleer.

Toekomstige generaties
De functie van de ouderwetse windmolen is nu meer educatief van aard geworden. En toch komen er wel weer meer molens bij. Ze zien er tegenwoordig alleen iets anders uit en er woont ook geen molenaar meer in. Wel zijn ze erg nuttig, want met die moderne windmolens kan energie worden opgewekt. En dat is maar goed ook, want ruim 10 miljoen Nederlandse huishoudens gebruiken nogal wat energie anno 2016. Een gemiddeld huishouden verbruikt jaarlijks zo'n 3500kWh. Wanneer je nagaat dat één moderne windmolen jaarlijks zo'n 600 huishoudens van elektriciteit kan voorzien, zouden we met een kleine 20.000 van die molens een heel eind komen. Voordat een moderne molen is ontwikkeld moeten er investeringen worden gedaan, en het ding moet worden geproduceerd. Dat kost ook allemaal geld en energie. Maar het is een stap in de goede richting. Zeker wanneer je een klein beetje mededogen hebt met onze toekomstige generaties.

Duurzaam
Volgens het CBS is het energieverbruik sinds de jaren vijftig zeer toegenomen en dat is natuurlijk logisch met de enorme opkomst van al die elektrische apparaten. In ieder geval reden genoeg om op zoek te gaan naar vormen van duurzame energie. De overheid heeft in dat verlengde gesteld dat in 2020 14% van alle energie duurzaam moet zijn opgewekt. Zo hoopt men de uitstoot van CO2 tegen te gaan. Een flinke uitdaging want op dit moment voert Nederland nog een Europees achterhoedegevecht waar het gaat om opwekken van duurzame energie. 
De doelstelling is om in 2050 alle energie duurzaam op te wekken. Daar zal op zich niemand tegen zijn, en dat was dus ook niet het argument van diegenen die mij probeerden te verleiden tot het tekenen van die petitie. De zieltjeswinners (niet vervelend bedoeld) waren juist vóór windenergie, alleen mocht het uitzicht niet worden vervuild. Want als mensen aan het strand zitten is het niet leuk dat er windmolens zichtbaar zijn. En voor ondernemers zou dat wel eens tegenvallende omzet kunnen opleveren. Maar aan de kust is nu wel eenmaal de meeste wind en daar heeft zo'n molen nou juist profijt van.

Gratis wind
Misschien is het niet geheel toevallig dat de opkomst van de eerder genoemde industrialisatie juist de reden is dat de moderne windmolen haar wedergeboorte heeft beleefd. Fabriceren heeft nu eenmaal energie nodig en wind is, en blijft, gratis. Ik ben het eens met het feit dat het niet echt een fraai gezicht wanneer je op het strand zit, maar de molens houden toch de zon niet tegen? Andere argumenten als; 'vogels hebben er last van' of 'het waait niet genoeg', zijn volgens mij eveneens klinkklare onzin. Een alternatief zou kunnen zijn dat we met zijn allen wat minder energie gaan gebruiken. Maar dat zie ik ook niet gebeuren. Ik vrees dan ook dat we er maar aan moeten wennen dat het uitzicht een beetje verandert. Ons nageslacht zal ons dankbaar zijn.


Windmolenpark in de Noordzee





donderdag 11 augustus 2016

Een Olympische gedachte

Olympische Spelen
De Olympische Spelen in Rio zijn in volle gang. Een beetje teleurstellend tot nu toe voor de Nederlandse equipe. De zwemmers hebben de supervorm helaas nog niet te pakken en dat geldt ook voor de meeste judoka's en roeiers. De volleybalsters en hockeyteams groeien daarentegen in het toernooi. Gouden vreugdetranen waren er wel al voor Anna van der Breggen die bij het wielrennen verdiend won. Een knappe prestatie nadat haar teamgenoot in een gevaarlijke afdaling vlak voor de finish keihard onderuit was gegaan. Wat me opvalt is dat het nog niet echt druk is in de stadions. Ondanks de trots van de Brazilianen vond ik het ook langs de weg en op het strand vrij rustig ogen. Zijn de kaartjes te duur of zijn het de virus-verspreidende muggen? Zaten die Brazilianen wel op de Spelen te wachten?

Kosten
Organiseren van zo'n sportfeest kost veel geld. De wedstrijden en alles wat daar direct bij hoort kost alleen al ruim 2 miljard euro (bron: Nationaal olympisch comité). Die kosten moeten uiteraard worden terugverdiend. Alleen daarom al moeten de tribunes denk ik zeker nog wat voller. Het Internationaal olympisch comité zal vervolgens waar nodig ook een duit in het zakje doen, zodat dat gedeelte als het goed is kostenneutraal blijft voor Brazilië. Maar wat te denken van de aanleg van al die accommodaties voor bijvoorbeeld huisvesting en stadions? Of de infrastructuur? Een veel grotere kostenpost natuurlijk welke door de publieke sector van het organiserende land zelf moet worden gefinancierd. Het kost waarschijnlijk nog vele jaren voordat die leningen zijn terugbetaald. De geschiedenis leert ons dat de totale kosten de begroting bijna altijd fors overschrijden. Ik vraag me of dat voor dit gastland wenselijk is. Het WK voetbal 2014 heeft immers ook al miljarden gekost. Eerlijk is eerlijk, er zijn ook banen gecreëerd en sommige ondernemers kunnen links en rechts best wat verdienen aan het evenement. Toch spelen er ook problemen van een andere orde in het gastland.

Favela's
Armoede is een groot probleem in de opkomende economie waartoe Brazilië behoort. De leefomstandigheden rondom de steden zijn er over het algemeen niet al te best. De vele favela's met in elkaar geknutselde huisjes vormen de basis voor criminaliteit, waarin drugsbendes met de autoriteiten strijden om de macht. Er is sprake van kinderarbeid en er heerst nog altijd volop analfabetisme onder het deel van de bevolking dat overwegend anarchistische denkbeelden heeft. Dagelijks komen gemiddeld 16 mensen om het leven door moord, maar dat nieuws haalt doorgaans de journaals niet eens meer. Van de 190 miljoen inwoners leeft 6% in armoede. Dat zijn wel een hoop mensen hoor. Ik zou me zo kunnen voorstellen dat de bewoners van die favela's met heel andere ogen naar de Olympische Spelen kijken.

De stijgende onvrede en kritiek leidden er in mei van dit jaar toe dat president Roussef op non-actief werd gesteld. Aanvankelijk leek zij nog de armoede en corruptie te kunnen bestrijden, maar door de aanhoudende recessie stegen noodgedwongen de prijzen en werden pensioenen gekort. Dit werd haar niet in dank afgenomen waarna zij het veld moest ruimen. Tevens wordt haar rol bij een corruptiezaak onderzocht. Op dit moment heerst er verdeeldheid in het land waarbij de traditionele strijd tussen arm en rijk onderhuids voedingsbodem is voor ongeregeldheden. Ik hoop voor Brazilië dat stabiliteit er terugkeert. Zal de Olympische spelen daaraan gaan bijdragen?

Pierre de Coubertin
Pierre de Coubertin
(1863 - 1937)
Door de Spelen ligt Brazilië nu onder een vergrootglas. Toch denk ik niet dat al die vreemde ogen ineens kunnen dwingen om de problemen in het land op te lossen. Nee, dergelijke problemen worden niet opgelost met een drie weken durend sportfestijn. Sporten kan daarentegen wel bijdragen aan het welzijn van mensen. Dat vond ook Pierre de Coubertin, de grondlegger van de moderne Olympische Spelen. Hij was het, die na vijftien eeuwen van afwezigheid, zich inspande voor herinvoering van de Olympische Spelen, wat hem uiteindelijk in 1896 ook is gelukt. Alleen vanaf dat moment niet meer om de Goden te eren, zoals dat voor de Grieken gedurende de Klassieke Oudheid nog gebruikelijk was. Een beroemde uitspraak van hem luidde: "The important thing in life is not the triumph but the fight, the essential thing is not to have won, but to have fought well." Nou, misschien dat een enkele atleet vindt dat meedoen al mooi is, maar ik vermoed dat de ware atleet alleen echt blij is met de hoogste trede. En wat te denken van de bewoners van de favela's? Zij zouden wel eens een heel andere uitleg kunnen geven aan de woorden van de Fransman. Een goed gevecht leveren vond de Coubertin nóg belangrijker dan winnen. Laat het de favela-bewoners maar niet horen.


maandag 1 augustus 2016

De zorg, voor wie een zorg?

Ik hoef maar een krant open te slaan of er is weer aandacht voor. Ik lees vooral vaak dat het allemaal verschrikkelijk duur is en steeds maar weer méér geld kost. Als ik de berichten voor waar aanneem holt ook de kwaliteit aanzienlijk achteruit.  Emancipatie, zelfredzaamheid en participatie zijn onvermijdelijke en belangrijke competenties die het gedrag typeren van alle directe betrokkenen. Ondertussen vervangen vrijwilligers er betaalde krachten. Meer doen met minder handen. De zorg. Voor wie is de zorg een zorg eigenlijk?

Babyboomers
Ontwikkeling aantal 65 en
80-plussers Nederland (bron CBS)
Ik ben gelukkig straks niet alleen als ik zorg nodig heb. Ergens tussen 2045 en 2050 zal ik 'pensioengerechtigd' zijn - alsof dat een recht is. Volgens mij gewoon een feit, maar goed. De geboortegolf, die begon na de Tweede Wereldoorlog, heeft in ons land een flinke stijging van het aantal inwoners opgeleverd. Die groei heeft zich alleen maar verder ontwikkeld door goede hygiëne en een medische wetenschap die soms wonderen verricht. Het aantal mensen stijgt dus nog altijd. Dat zal op een gegeven moment wel afvlakken, maar dan worden mensen wel nog steeds ouder, zo is de verwachting. Zie hiernaast afgebeelde grafiek.

Vergrijzing is allang geen modewoord meer, en tegelijk dus onvermijdelijk en blijvend. Oud worden is op zich geen probleem, maar als ik het eenmaal ben, stapelen de uitdagingen zich misschien op. Alleen kan ik dat nu allemaal nog niet overzien. Vanzelfsprekend hoop ik dat ik gezond oud wordt. Is een beetje geluk bij nodig. Het is natuurlijk nogal bepalend hoe ik oud word. Hoeveel en/of welke medische zorg heb ik nodig? Potentiële bedreigingen in overvloed. Hoe het ook zal gaan; ik moet altijd ergens wonen. Hoe gaat dat straks als ik oud ben?

Bejaardenhuis
Aan het begin van de twintigste eeuw waren de mogelijkheden beperkter dan vandaag de dag. In principe bleven ouderen gewoon op zichzelf wonen of anders bij één van de kinderen. Als dat allemaal niet mogelijk bleek, dan was er misschien een kerk die wat voor hulpbehoevenden zorgde. Later werd dat allemaal anders. Tegen de tweede helft van de twintigste eeuw konden bejaarden in één van de vele bejaardenhuizen terecht. Helemaal geweldig om zo te genieten van de oude dag na al die jaren van hard werken, kinderen opvoeden en het land vooruit helpen. Het woord bejaardenhuis klinkt alleen niet echt aardig dus gingen we die plekken op een gegeven moment verzorgingshuis noemen. Mensen werden er immers ook persoonlijk verzorgd. Aanvankelijk werden dergelijke instellingen overigens opgezet voor hulpbehoevende oude mannen. Vrouwen konden in huishoudelijke zin namelijk beter voor zichzelf zorgen. Later gingen toch ook vrouwen er naartoe. Wel zo gezellig voor die oude mannen.

Wat kost dat nou tegenwoordig?
Wanneer iemand in een verzorgingshuis terecht komt dan moet daar voor worden betaald. Het CAK is de instantie die dat regelt. Nergens woont iemand voor niets. De bijdrage kan op twee manieren worden berekend. Er is een lage en een hoge bijdrage. In principe betaalt iemand de eerste zes maanden de lage bijdrage. Deze blijft ook gelden wanneer er nog een partner thuis achterblijft. Wat moet worden bijgedragen wordt berekend aan de hand van het bijdrageplichtige inkomen. Dat inkomen is het jaarinkomen plus 8% van het totale vermogen. Over de uitkomst van die optelsom moet 12,5% worden betaald. Het bedrag kan per maand nooit hoger zijn dan € 838,60 (2016).

Als er geen partner is wordt de lage bijdrage na zes maanden omgezet naar een hoge bijdrage. Die is wat minder aantrekkelijk en heet niet voor niets hoge bijdrage. Het bijdrageplichtige inkomen staat dan namelijk gelijk aan het totale inkomen aangevuld met 8% van het vermogen. Wel mogen daar de kosten van levensonderhoud, verzekeringspremie en wat zakgeld vanaf worden getrokken. Maar wat overblijft is dus dat wat aan het verzorgingshuis moet worden betaald, met een maandelijks maximum van €2.301,40 (2016). Een beetje vermogen (bijvoorbeeld als er een huis is verkocht) kan er dus voor zorgen dat de maandelijkse kosten de pan uit rijzen. Op zich vind ik het vanzelfsprekend dat iemand die meer vermogen heeft wat meer betaald. De verschillen zijn echter wel fors en daarbij is ook gedurende iemands leven een verschil geweest in levensstandaard. Moet dat dan nu ineens veranderen? Bovendien denk ik dat mensen die wat geld over hebben, wel zo verstandig zijn om ervoor te zorgen dat zij zo min mogelijk gaan betalen. En dat terwijl er structureel geld bij moet in de zorg.

Thuis blijven wonen
Waar mag ik wonen?
Naast de huidige tendens ontstaan ook steeds vaker initiatieven waarbij ouders en kinderen toch in ieder geval in de buurt van elkaar kunnen blijven. Een kangoeroewoning of duowoning is een voorbeeld van zo'n initiatief. Beide een eigen plek maar wel zo dichtbij elkaar dat men voor elkaar kan zorgen. Niet alleen veel gezelliger, maar ook praktisch. Zo krijgen ouderen misschien wel de aandacht die ze nodig hebben en dan hoeven ze niet zo snel naar een verzorgingshuis voor gerichte zorg. En als de zorg toch steeds minder wordt, kunnen we die woongelegenheden ook net zo goed weer bejaardenhuizen noemen.

Misschien is het allemaal veel te ingewikkeld geworden. Natuurlijk zou het fijn zijn als er zorginstellingen blijven die hulpbehoevenden op kunnen vangen wanneer thuis wonen echt niet meer gaat. Maar zolang zelfstandig wonen nog wel gaat? Misschien moeten we terug naar het systeem van de goede oude tijd, waarbij ouders weer bij de kinderen inwonen. Los van de laatste 75 jaar is dat altijd al zo gegaan. Niets mis mee. Hoe dan ook, het is nu wel tijd dat we stoppen met die bezuinigingen! Zorg moet gewoon altijd goed zijn en dat gaat niet als er te weinig verzorgers zijn. Hopelijk verdwijnt dan eindelijk ook eens die negatieve berichtgeving over de zorg. Mensen die in een verzorgingshuis terecht komen, moeten gewoon goed verzorgd worden, wat dat dan ook kost. In een rijk land als Nederland zou dat toch normaal moeten zijn?


vrijdag 22 juli 2016

Oud worden in deze tijd

Kienen
Onlangs was ik in Kerkrade bij oma Krewinkel; de oma van mijn vrouw. Een schat van een mens met het hart op de tong. Ze is inmiddels gekrompen tot minimale proporties en steeds als ik haar weer zie lijkt ze weer kleiner geworden. Ze wordt volgende maand 94 en haar lichaam is zo langzamerhand wel door de reserves heen. Een loopje naar de keuken is vandaag de dag een wereldreis geworden. De tocht zelf duurt korter dan de tijd die ze vervolgens moet uitrusten van die onderneming.

Oma woont nog op zichzelf en slijt haar dagen met puzzelen en het volgen van nieuws op televisie. Met regelmaat kletst ze wat met de buren of wie er dan ook maar in de buurt is. Iedereen daar in de omgeving kent mevrouw Krewinkel. Als ze zich goed voelt waagt ze de tocht naar de gemeenschappelijke ruimte voor een onvervalst potje kienen (bingo). Ze is nog best fanatiek ook. Haar wereld wordt echter net als zijzelf steeds kleiner. Gelukkig heeft ze wel nog steeds een scherpe kijk op veel zaken. Af en toe schrijft ze een gedicht.

Kerkrade, juli 2016

Het is gewoon niet voor te stellen
Je moet met een mobieltje bellen
Daar kun je ook een tekst op lezen
Je moet altijd bereikbaar wezen
En dat kan dus niet gewoon
met een doodgewone telefoon

Wil je een kaartje kopen
Nee, niet naar de balie lopen
Daar is niemand meer te zien
Je kaartje komt uit een machien
Je moet dan overal op drukken
In de hoop dat het zal lukken
Pure zenuwsloperij
Achter je zie je een lange rij,
kwaad en tandenknarsend staan
De trein komt er al aan

Bij de bank wordt geen geld 
meer voor je uitgeteld
Want dat is tegen de cultuur
Het geld komt uit de muur
Aleen als je de code kent
Anders krijg je vast geen cent
Om je nog meer te plezieren,
mag je internetbankieren
Allemaal voor jouw gemak
Heb je alles onder één dak

Niemand die er ooit naar vroeg
Blijkbaar is het nooit genoeg
Man, man, man wat een geploeter
Alles moet met die computer
Anders sta je buitenspel
Op www.puntuit.nl,
vind je alle informatie
Die behoedt je voor frustratie

En als dat ding het dan niet doet
Dan wordt je tijd toch echt niet goed
Maar dan roept men dat je boft
Je hebt immers Microsoft
Ach, je gaat er soms aan onderdoor
Je raakt gewoonweg buitenspoor
Nee, het is geen kleinigheid
Oud worden in deze tijd

M.J. Krewinkel-Lassauw





woensdag 13 juli 2016

Wielrennen of dienstplicht

Heroïsch beeld
Ik lig televisie te kijken. Op het scherm zie ik dat het keihard regent, beetje hagelstenen erbij ook nog. Blij dat ik hier binnen zit. Er is iets spectaculairs gaande, maar omdat het donkerder en donkerder wordt zie ik steeds minder. Vanuit de verte komt een mager ventje steeds dichterbij. Hij zit op een heel klein fietsje en rijdt zo te zien alleen. Hij lijkt me niet echt met het weer bezig. Hij wordt achtervolgd door een horde auto's en motoren waarvan alle koplampen hem in de schijnwerpers zetten. Het tafereel ziet er heroïsch uit. De verslaggever meldt dat de wielrenner met zijn laatste kilometers bezig is. 'Het lijkt erop dat hij het gaat halen, ja hoor, hij gaat het halen!' Het beeld schakelt soms alvast even naar de finishlijn die getrokken is in de dwergstaat Andorra, in Arcalis om precies te zijn. Andorra? Dat is toch dat belastingparadijs? Klopt. Het is daar lekker wonen in het land dat leeft van export en toerisme. En er is nog iets met Andorra. Er geldt geen militaire dienstplicht. Ik dacht aanvankelijk dat dat in Nederland ook zo was, maar dat ligt toch iets anders.

Vrijwillig
Ik kan me nog herinneren dat ik de envelop opende welke ik had ontvangen van het Ministerie van Defensie. Ik was zeventien jaar en met van alles bezig, behalve met militaire dienst. Tot mijn vreugde las ik dan ook dat ik me niet hoefde te melden. Wel had ik de mogelijkheid om mijzelf nog vrijwillig aan te melden. Maar op dat moment leek mij dat in het geheel hoogst onaantrekkelijk. Een beetje zandhappen en schieten leken me best nog wel aardig. Ook zag ik weinig problemen met betrekking tot veel sporten en (spotgoedkoop) bier drinken. Alleen opvolgen van commando's en hiërarchie; daar had ik beduidend meer moeite mee. Ik had geen behoefte aan mensen die mij zouden vertellen wat goed voor me was. Ik besloot in stilte te bedanken voor de uitnodiging om mij vervolgens verder te richten op school, werken en uitgaan.

Herinvoering
Lotingsregister 1922
gemeente Alkemade 
Tot mijn schrik hoorde ik onlangs dat er op politiek niveau, en ook daarbuiten, steeds meer mensen het een goed idee lijkt om de dienstplicht weer te herintroduceren. Volgens al die voorstanders zijn er tal van redenen om de lotingsregisters weer te openen. Zo zou het onder andere goed zijn om de jeugd wat discipline en zelfvertrouwen bij te brengen. Tegelijkertijd zou herinvoering verbindend kunnen werken. Ik geloof hier niet zo in. De aanstormende generatie regelt verbinding tegenwoordig gewoon zelf en zit echt niet te wachten op betutteling of ontneming van de bewegingsvrijheid. Ik vraag me ook af of opvoeden een taak van defensie moet worden. Ik meen dat defensie zich vooral moet bemoeien met het voorkomen of desnoods voeren van oorlog. Dat is namelijk de reden dat de Nationale militie sinds begin van de negentiende eeuw mede uit ingelote dienstplichtigen bestond. Er waren destijds gewoon te weinig soldaten. Tot aan 1997 dan, want daarna ontbrak - voor mij gelukkig - even de noodzaak om er mee door te gaan.

Investeren of stoppen
Dienstplicht is dus nooit weggeweest, alleen de meldingsplicht staat momenteel even stil. Dat betekent dat iedereen - wellicht ook vrouwen? - tussen de 17 en 45 jaar, zich beschikbaar moet houden voor het Nederlandse leger. Dus als de pleuris uitbreekt, dan gaan we weer massaal in dienst. Maar als dat dan al gebeurd, is het maar de vraag of de krijgsmacht op tijd klaar is om zich te weren. Ik denk van niet, al vind ik wel dat Nederland een keuze moet maken. Óf stoppen met investeren in defensie óf juist veel meer investeren, zodat er ook een degelijk leger is opgeleid op het moment dat het nodig is. De status quo is wat mij betreft geen optie meer. Dreiging genoeg namelijk.

Militair
Ondertussen zit ik op de bank; op het puntje ervan dan hè. De door mij eerder geprezen Tom Dumoulin heeft het weer geflikt. De 25-jarige wielrenner heeft hard getraind, en is na kort het geloof in eigen kunnen kwijt te zijn geweest, weer opgestaan. Over discipline gesproken; hij heeft letterlijk en figuurlijk zijn rug gerecht. Mooi ook dat de winnaar, van de etappe naar het land waar geen dienstplicht geldt, ook zijn bravoure weer heeft teruggevonden. Dumoulin denkt deze Tour de France namelijk nog een rit te kunnen winnen. Dat zou zelfs aanstaande vrijdag al kunnen, want dan wordt een tijdrit verreden; toevallig zijn specialiteit. Ik hoop het voor hem. En misschien gaat hij zelfs tijdens de Olympische Spelen in Rio ook zo'n kunstje flikken. De verbroedering zal immens zijn. Het zou werkelijk zonde zijn geweest als hij daar vanwege dienstplicht niet mee had kunnen fietsen, al zou hij natuurlijk een uitstekende militair zijn geweest.



dinsdag 5 juli 2016

Kan er geen genoeg van krijgen

Route Pieterpad
Ik rijd op de snelweg. Uit de speakers klinkt het gitaargeluid van het nummer Old man van Neil Young. Het nummer raakt me. Ik weet niet waarom. Young schreef het lied lang geleden voor een oude man die op zijn ranch het vee beschermde en hekken repareerde. Met zijn fragiele falsetto stemgeluid zingt hij over liefde waarvan hij denkt dat iedereen die - ongeacht leeftijd - nodig heeft. Een mooie gedachte zo aan het begin van dit weekend. De muziek zorgt ervoor dat ik steeds langzamer ga rijden. Alsof ik het moment dan langer kan vasthouden. Mijn vrouw zit naast me. Ik ben met haar op weg naar Zuidlaren (Drenthe). We hebben gepland om van daaruit te wandelen naar de stad Groningen. In een eerdere blog schreef ik al over het Groningse deel van het Pieterpad. Nu was het tijd voor een vervolg, de derde etappe.

Esdorp
In tegenstelling tot voorgaande dagen is het vandaag ideaal wandelweer. Er bestaat een kans op een bui maar tussendoor schijnt ook zeker de zon. Het is niet koud dus we kunnen in ons t-shirt aan de wandeling beginnen. Mijn vrouw neemt voor de zekerheid de regenjas mee, maar daar ben ik te eigenwijs voor.
Na bij bakker Hovius wat Zuidlaarderbollen te hebben ingeslagen - die met recht energie-bommetjes mogen worden genoemd -, starten we onze tocht vanaf de brink richting de rand van dit typische esdorp. Al vlug wisselen akkercomplexen en boerderij elkaar af. Wij lopen letterlijk tussen graan, maïs en aardappelen, wat een onbeschrijflijk vrij gevoel geeft. De geuren van gras en groeiende gewassen doen de rest. Wat een rust heerst hier nog.

Hunebed
Hunebedden
Bij Drenthe denk ik vanzelf aan hunebedden waarvan we er onderweg enkele tegenkomen. Deze voormalige grafkelders zijn het oudste bewijs van bewoning in ons land. Dan heb ik het wel over meer dan 5000 geleden; de tijd van het trechterbekervolk die vermoedelijk de eerste bewoners van ons land waren. Bijzonder dat daarvan iets van waarde bewaard is gebleven, al had het niet veel gescheeld of die reusachtige keien waren allemaal opgeruimd ten behoeve van onze dijken.

We vervolgen onze tocht over zandpaden en door bossen. Het noorden van Drenthe is veelzijdig. Het regent inmiddels wel even flink, maar de temperatuur is nog aangenaam. De hoge bomen bieden gelukkig enige beschutting tegen dat vele kletterende water. Er zijn van die dagen dat het je niet uitmaakt of je doorweekt raakt en dit is er één van. Na twintig minuten stopt het met regenen. We zijn aangekomen bij een open plek in het bos. De warmte van de aarde zorgt er voor dat het pas gevallen water weer verdampt. Omhoog kringelende nevel levert hierdoor een mystiek schouwspel op. Even stilstaan.

Natuurgebied
Schilderachtig
Ik kijk mijn vrouw aan en besef dat het fijn is om er samen even tussenuit te zijn - quality time. Wandelen werkt voor ons beide zowel rustgevend als inspirerend. De weg kronkelt intussen voort langs de vele beken die dit deel van Drenthe rijk is. De zon heeft de regen nu definitief verslagen. Onze kleding droogt al weer vlug op. Na een paar uur bereiken we het Paterswoldse Meer, dat in de zeventiende eeuw is ontstaan door afgraving van veen. Zodoende dat hier nu een uitgestrekt natuur- en recreatiegebied is ontstaan. Het aanblik ervan is schilderachtig. Fijn voor de inwoners van de stad Groningen die dit gebied als hun achtertuin kunnen beschouwen.

We naderen nu echt de stad. De klok geeft aan dat het 19:00 uur is, en als ik dat verifieer met mijn hongergevoel concludeer ik dat het mooi is geweest voor vandaag. Na een paar laatste (onvermijdelijk) saaie kilometers langs het Noord-Willemskanaal bereiken we moe maar voldaan onze bestemming. We stoppen op de Vismarkt bij het onlangs geopende eetcafé Pronk, waar het eten uitstekend is en het koude bier ons weldadig smaakt. Ze noemen het zelf 'Gronings genieten' en daar sluit ik me graag bij aan.

Niet ver meer..
Old man
Na een korte busrit keren we later op de avond terug in Zuidlaren. Het is te laat om op zoek te gaan naar Berend Botje, die hier in de achttiende eeuw naar alle waarschijnlijkheid echt geleefd heeft. De naamgever van het kinderliedje was een zeevaarder, Lodewijk van Heiden genaamd. Hij maakte faam als opperbevelhebber in Rusland. Niet in Amerika dus, zoals het kinderliedje ons doet geloven, maar wat maakt het uit, ik gun Zuidlaren hun icoon.

In gedachten keer ik terug naar het lied van Neil Young, inmiddels zelf een oude man. Ik geloof in die liefde waar hij over zingt. Het fijne gevoel na zo'n lekkere dag in de buitenlucht werkt net als liefde, een beetje verslavend. Ik voel bijna elke vezel van mijn lijf. Ik leef. En net als wandelen doet de liefde soms ook een beetje zeer. Dat maakt het juist allemaal zo mooi. Ik kan er geen genoeg van krijgen.




Zand

Wandelen door de regen;
vele druppels raken niets

Het veelzijdige Drentse landschap;
deze schoonheid doet me iets

De zon gaat altijd weer schijnen;
net als zand liefde in overvloed

Soms helpt het om stil te staan;
alles komt altijd weer goed








maandag 27 juni 2016

Voetbal moet weer om voetbal gaan




Union of European Football Associations
Vice President A.M. Villar Llona
Route de Genève 46
CH-1260 Nyon 2
Switzerland


Roelofarendsveen, 26 juni 2016





Geachte heer Villar Llona,

Deze periode staat uiteraard volledig in het teken van het Europees kampioenschap voetbal in Frankrijk. Helaas heeft het Nationale team van mijn eigen land geen deelname kunnen afdwingen. Dat heeft me er echter niet van weerhouden om zo nu en dan de verrichtingen van andere Europese landen te volgen. Met weemoed heb ik echter moeten constateren dat ik tot aan nu meer ergernis dan plezier heb beleefd aan het kampioenschap, wat meteen de reden van mijn brief aan uw adres verklaart en rechtvaardigt.

Voor veel Europeanen betekent een EK een welkome afleiding gedurende de drukte van de dagelijkse beslommeringen. Voor een enkeling vormde het evenement zelfs aanleiding om naar het land van de voormalige zonnekoning af te reizen. Ondanks het plezier dat dergelijke reisjes normaliter teweeg brengt, heb ik moeten vaststellen dat sportiviteit bij sommige supporters zo af en toe ver te zoeken was. Het dieptepunt waren de rellen rondom en in het stadion tijdens, voor en na enkele wedstrijden. U heeft hierop adequaat geacteerd door de betrokken landen een fikse boete op te leggen. Dat zal ze leren!

Scoren
Voetbal is een leuk spel om te spelen, maar helaas laat de attractiviteit van de wedstrijden tijdens dit EK wel wat te wensen over. Ik heb met plezier en regelmaat jarenlang zelf een balletje getrapt dus ik weet hoe leuk het voetbalspel kan zijn. Het valt me dan ook op dat de spelers maar weinig plezier lijken te beleven. Een uitzondering is als er gescoord wordt, maar dat komt helaas nogal weinig voor. Bij andere sporten lijkt dat beter te gaan.

Om meer te kunnen scoren is er meer ruimte nodig op het veld. Mijn voorstel zou zijn om buitenspel af te schaffen. Hierdoor wordt steeds het hele veld benut waardoor meer acties kunnen worden gemaakt. Op die manier zullen er als vanzelf meer doelpunten vallen. Het lijkt erop dat teams meer bezig zijn om niet te verliezen dan dat zij proberen te winnen. Het moderne voetbal ontbeert het in mijn ogen dan ook nogal aan spanning. Dit zou kunnen verbeteren wanneer nog enkele essentiële spelregels worden gewijzigd en tegelijk enkele nieuwe worden toegevoegd.

Onsportief gedrag
Eén van mijn grootste ergernissen is de regelgeving rondom blessurebehandelingen. Een ongewenste voedingsbodem voor onsportief gedrag. Op uw website lees ik dat de regels zijn veranderd: 'De geblesseerde speler wordt weer op het veld behandeld in plaats van buiten de lijnen.' Hierdoor zou het team van de geblesseerde speler geen hinder ondervinden van het tijdelijke ondertal. Klinkt uiteraard hartstikke eerlijk, alleen blessurebehandelingen dragen allerminst bij aan de attractiviteit van het voetbalspel. Voetbal is een contactsport en soms resulteert dit nou eenmaal in een lichte kwetsuur. Gelukkig stellen veruit de meeste blessures vaak niet veel voor. Als een speler een zware overtreding begaat dan moet dit worden bestraft, maar door het steeds maar toestaan van blessurebehandeling vertraagt het spel echt te veel. Stop daarmee en behandel de speler terwijl het spel doorgaat. Ik garandeer u dat veruit de meeste blessures dan ineens geen blessurebehandeling meer behoeven. En tussen ons gezegd en gezwegen, ik vermoed dat blessures soms zelfs bewust worden voorgewend om voordeel te behalen! Indien er toch sprake is van een ernstige blessure mag de scheidsrechter uiteraard altijd het spel kort stilleggen.

Respect
Het valt mij op dat diezelfde scheidsrechter te pas en te onpas mikpunt is van scheldpartijen. Er heerst een hopeloos gebrek aan respect voor de leiding. Constant objectief en alert zijn blijkt geregeld weer een onmogelijke opgave. Zelfs de inzet van zes arbiters heeft dit niet verbeterd. Dit kan allemaal veel effectiever. Harder optreden tegen zeuren op de leiding door spelers vijf of tien minuten uit te sluiten, kunnen er voor zorgen dat de scheidsrechter weer in aanzien stijgt. Daarbij kunnen grove overtredingen op gelijke wijze worden bestraft waardoor het ineens een stuk minder interessant wordt om ze te begaan. Gele kaarten zijn dan helemaal niet meer nodig. Laat verder de aanvoerder het team écht vertegenwoordigen en zorg ervoor dat diegene zijn team in bedwang houdt. Bij andere sporten waaronder rugby werkt dit al tijdenlang feilloos. Reclameren komt daar nauwelijks voor. 

Werkelijke speeltijd
Er hangen tegenwoordig zoveel camera's in het stadion dat ik me afvraag waarom die niet als hulpmiddel dienen voor de leiding? Het spel verloopt veel eerlijker wanneer is na te gaan of er werkelijk sprake is van een overtreding of doelpunt. Tijdens het bekijken van de beelden kan de klok even worden stilgezet. Schwalbes behoren dan waarschijnlijk tot het verleden en vrijwel al het andere onsportieve gedrag zal op die manier in de ban worden gedaan. In het verlengde daarvan is mijn advies om de speeltijd van wedstrijden aan te passen. Twee keer 35 minuten werkelijke speeltijd lijken mij meer dan genoeg. Tijdrekken behoort zo tot het verleden, omdat het geen zin meer heeft. Zeker wanneer een team is toegestaan om door te wisselen waarbij gebruik mag worden gemaakt van zestien spelers. Blessuretijd ter compensatie hoeft dan niet meer en het spel blijft lekker doorgaan. Weg met het oponthoud en ruim baan voor meer fun en respect!

Tot slot
In alles wat uw organisatie doet, moet voetbal op de eerste plaats staan, althans zo luidt een van de kernwaarden van UEFA. Ik begrijp dat u symbolisch van elf waarden uit wenst te gaan, al zijn dat er toch wel wat veel naar mijn mening. Overigens lijkt het er op dat verkeerde zaken zwaarder wegen waaronder commerciële - en soms zelfs eigen belangen. Te veel regels en randzaken hebben het spel dan ook aangetast en ze halen helaas ook het slechtste in veel spelers naar boven. Zo zijn de spelers geen goed voorbeeld voor een toekomstige generatie en dat kan niet de bedoeling zijn. Ik hoop dan ook oprecht dat u mijn adviezen ter harte zult nemen zodat het voetbal weer leuker en aantrekkelijker wordt.

Hoogachtend,


Maurice van der Meer

maandag 20 juni 2016

Basisinkomen

Met een basisinkomen
geen zorgen meer
Ik lees het weer wat vaker.  Het zou sociale voorzieningen als AOW, bijstand en WW kunnen vervangen. Ook de hypotheekrenteaftrek, huur- en ziektekostensubsidies en kinderbijslag kunnen verdwijnen. Er worden bedragen genoemd tussen 1.000 en 1.400 euro netto per volwassene per maand. Kinderen zouden wat minder krijgen. Allemaal zonder tegenprestatie en voor iedereen gelijk. Klinkt te mooi om waar te zijn. Er is een groeiende groep voorstanders die wel wat zien in dit idee. Waar heb ik het over? Het basisinkomen.

Droom
Stel je eens voor. Nooit meer zorgen of er genoeg geld is om vaste lasten te betalen. En daardoor alle ruimte om datgene te doen wat je het allerliefste wil doen. Normaal gesproken een droom, want voor veel mensen draait het leven in eerste instantie om geld verdienen. Als je geluk hebt, vind je het werk niet vervelend om te doen. Als dit wel zo is, dan durfde je wellicht - zeker de afgelopen jaren - geen move te maken, omdat je bang voor inkomensdaling. Immers er is een aantal vaste lasten te betalen. Dus als dat nou geregeld is, zijn die problemen van de baan. Of toch niet?

Belasting
Hoe zeer ik iedereen een basisinkomen zou gunnen, kan zoiets natuurlijk niet zomaar worden ingevoerd. Het financieringsvraagstuk zal complex zijn. De begroting voor de AOW - toch ook een soort basisinkomen - levert bij tijd en wijle nu al financiële kopzorgen op. Een basisinkomen voor iedereen zou onder meer kunnen worden bekostigd door de belasting op gebruik (btw) te verhogen. Hoe meer je consumeert, des te meer ga je betalen. Op dit moment is het hoge btw-tarief al 21%. Dit zal dan nog een paar procenten omhoog moeten en ik vraag me dan ook af of bestedingen met die verhoging op peil zullen blijven. Daarnaast zullen de breedste schouders in de vorm van belastingverhoging op arbeid of vermogen de begroting moeten dichten.

Zwitserland
Het basisinkomen is geen compleet nieuw idee. In de jaren '80 werd ook al eens nagedacht over een basisinkomen voor iedereen. Toen is dit idee verworpen. Het zou te duur en omslachtig zijn om in te voeren. Mensen zouden er misschien ook een beetje lui van worden. Zonder vaste baan is er ruimte om iets terug te doen voor de maatschappij, maar wie garandeert dat dit gebeurt? Tegelijkertijd is een juiste constatering dat het huidige systeem niet echt lekker werkt. Daarom zal het initiatief zeker niet helemaal worden verworpen. Dit geldt ook voor de andere landen van Europa. In België zijn onlangs plannen geïntroduceerd voor een basisinkomen en niet zo lang geleden is er in Zwitserland een heus referendum gehouden over dit onderwerp. Een grote meerderheid was echter tegen de komst van het basisinkomen. De vraag is waarom Nederlanders dan wel voor zouden moeten zijn?

Doel voorbij
Arm of rijk
Doordat het basisinkomen veel bestaande regelingen vervangt, kan er fors op bureaucratie worden bespaard. Zeker een voordeel. De vraag is alleen of de echte hulpbehoevenden voldoende overhouden met alleen het basisinkomen. Iedereen mag in het beoogde systeem zoveel bijverdienen als hij of zij wenst, maar als je dat niet kunt, moet er mogelijk weer een aanvullende regeling komen. Dan schiet het zijn doel voorbij.

In de nabije toekomst zal automatisering een deel van de banen gaan vervangen. De verwachting is dat een groep lager opgeleiden hiervan de dupe zal zijn. Maar komen die dan ooit weer aan een nieuwe baan? En zonder WW-uitkeringen is je inkomen - afhankelijk van hoeveel je verdiende - meteen fors lager. Een ander veelgehoord argument uit het ja-kamp is dat mensen worden gestimuleerd om zelfstandig te gaan ondernemen in de wetenschap dat vaste lasten betaald kunnen worden, maar hebben al die mensen dan ineens wél de tools in huis om daadwerkelijk te gaan ondernemen?

Vraag en aanbod
In plaats van een basisinkomen is het denk ik beter om te investeren in onderwijs en zelfredzaamheid van mensen. Dan staat iedereen sterker. Sommigen hebben nu eenmaal een duwtje in de rug nodig. Vanuit sociaal oogpunt bekeken is het eerlijk dat iedereen een basisinkomen geniet. Gelijkheid van inkomen en kansen. Het verschil tussen arm en rijk gaat echter niet afnemen door een basisinkomen. In de praktijk moet ik dus nog maar zien of gelijkheid zo zal uitpakken. Ik geloof er niet in. En ja, als iedereen een basisinkomen ontvangt, resulteert dit mogelijk in een inkomensstijging voor iedereen. Natuurlijk een prettig gegeven. Maar met geld is het een kwestie van vraag en aanbod. Als er meer geld is, dan worden de prijzen vanzelf hoger. Weg voordeel. Wat is dan onder aan de streep het voordeel voor de burger van de invoering van een basisinkomen? Ik ben nog niet overtuigd.

maandag 13 juni 2016

Hooligans

Veenbokke
Amateur Rugbyteam
Zondagavond. Ik strompel nogal stijfjes door de kamer. Gisteren heb ik bij rugbyclub The Bassets in Sassenheim een rugbytoernooi gespeeld met ons team 'De Veenbokke'. Schade valt gelukkig nog mee. Hier en daar een bult, een dikke knie, een gekneusde vinger en een blauw oog. Binnen een paar dagen trekt dat allemaal wel weer bij. Het was een ongemeen geslaagd toernooi waaraan weken van intensieve voorbereiding vooraf waren gegaan. De hele equipe stond fit en afgetraind aan de start van het jaarlijks terugkerend evenement, dat uiteindelijk zelfs winnend werd afgesloten. De Bert Groeneveld-bokaal kon zodoende na een jaar van afwezigheid weer mee terug worden genomen naar Roelofarendsveen. Een prestatie van formaat en een kers op de taart voor ons amateur-rugbyteam, welke werd opgericht in 2007 en dus dit jaar het tienjarig jubileum op wel heel gepaste wijze kon vieren.

Hard en fair
Wanneer ik anderen vertel over de edele sport rugby zie ik meestal de gezichten iets vertrekken. Onbekend maakt onbemind. Eenmaal vertrouwd met de regels van het spel, blijkt het echter een sport voor gentlemen, waarbij respect voor de tegenstanders en scheidsrechter hoog in het vaandel staat. Het is weliswaar een keiharde sport, maar altijd met eerbied voor elkaars gezondheid. Daar kunnen anderen een voorbeeld aan nemen. Ook langs de lijn gaat het er gemoedelijk aan toe. Zelden gedoe met supporters. Ik heb de vergelijking met voetbal eerder al eens gemaakt en ook nu, nu ik aan het bijkomen ben van mijn inspanningen, voel ik de neiging dat weer te doen.

Vuurwerk
Het is vast niemand ontgaan dat afgelopen week het EK voetbal is begonnen. Maar om nou te zeggen dat het allemaal even feestelijk is? Nee. 'De veiligheidsmaatregelen zijn aangescherpt,' hoor ik de verslaggever nog zeggen tijdens de middagwedstrijd Turkije-Kroatië. Maar tijdens die zelfde wedstrijd klonk ineens een oorverdovende knal van vuurwerk in het stadion. Daar begrijp ik dus niets van. Hoe kan vuurwerk in vredesnaam het stadion in komen? Foutje!? Het publiek schrok er in ieder geval flink van, want het werd meteen muisstil op de tribunes. Misschien dachten velen in het stadion ook direct aan een daad van terreur? Hoe wrang is het dan ook dat er niet veel later nog zo veel ellende zou volgen. Dit keer met een negatieve hoofdrol voor supporters.

Hooligans
Agressieve hooligans
Supporters zijn het maar al te vaak oneens met elkaar. Daar is op zich niks mis mee, als het daar bij zou blijven. Tijdens de wedstrijd Engeland-Rusland liep het echter wel heel erg uit de hand. Ook daar weer vuurwerk in het stadion. Op een gegeven moment schoot een Russische fan zelfs een vuurpijl naar het vak waar Engelsen zaten. Daarna ontbrandde het volledig. Koren op de molen voor die zogenaamde supporters die voetbal gebruiken om hun agressie de vrije loop te laten. De binnensteden van Marseille en Nice zijn als gevolg van de vele gevechten het strijdtoneel geworden van rivaliserende supportersgroepen die nergens voor terugdeinzen. Het is een kwestie van tijd voordat er doden vallen. Ik ben benieuwd wat de UEFA dan zal doen. De desbetreffende landen de deelname ontzeggen? Spelen zonder publiek? Ik vrees dat het allemaal niets uitmaakt. Hooligans laten zich niet afschrikken. Je kunt hooguit proberen ze niet in de buurt te laten komen van het toernooi, maar dat is als gevolg van het vrije reizen door Europa niet te doen.

Voorbeeldige jongens
De beker
Een memorabel weekend dus met gelukkig ook veel gezelligheid. Want ondanks die vervelende beelden die mij bereikten vanuit Frankrijk krijg ik die grijns niet meer van mijn gezicht. De overwinning is dan ook uitermate uitbundig gevierd. Nog volop nagenietend van de winst van die felbegeerde bokaal hoop ik echter oprecht, dat al dat supportersgeweld niet meer terugkomt tijdens het EK. Hopen tegen beter weten in? Misschien.

Kijk, net als als die hooligans hebben ook wij als team een keiharde strijd geleverd, maar dan op sportieve wijze. Behoudens wat boze blikken tijdens de wedstrijd is er na afloop dan ook uitbundig gefeest mét de tegenstanders en hun supporters. Daar kunnen die voetbalhooligans een voorbeeld aan nemen, al zullen ze dat waarschijnlijk niet doen.

woensdag 8 juni 2016

Sporthelden

Tot mijn grote verbazing kwam ik er deze week achter dat aanstaande vrijdag het Europees voetbalkampioenschap al begint. 'Wij' doen niet mee in Frankrijk en dus heb ik berichtgeving omtrent dit evenement onbewust een beetje genegeerd. Ik voelde kennelijk weinig betrokkenheid en dan heeft het brein er vanzelf minder aandacht voor. Andersom, wanneer er wel betrokkenheid zou zijn, dan lijkt het vaak of datgene ineens overal zichtbaar is. Hoe dan ook, ik vind het EK en alles wat met voetbal te maken heeft even een stuk minder interessant. Maar niet getreurd: elk nadeel heeft zijn voordeel. Nederland brengt gelukkig veel meer heldhaftige sporters voort. Het gemiste EK geeft mij de ruimte om wat meer op andere hoofdrolspelers te focussen.

Kiki
Zo heb ik vorige week genoten van Kiki Bertens die met het behalen van de halve finale een uitzinnige prestatie leverde tijdens het tennistoernooi van Roland Garros - toevallig ook in Frankrijk. De beelden van het doorzettingsvermogen van die kranige jongedame met haar kuitblessure hebben mij geraakt. Volgens andere media heeft zij een kleine spierscheuring opgelopen, nadat zij eerder een lange reeks overwinningen had neergezet. Bijzonder dat ze ondanks die blessure zo ver gekomen is. Helaas was ene nogal ongeïnteresseerde mevrouw S. Williams - een beest van een vrouw - net iets te sterk voor haar. Niet getreurd, volgende maand krijgt ze wellicht een nieuwe kans. Door haar prestaties bestrijkt ze namelijk ineens plek 27 op de wereldranglijst en daardoor is ze mogelijk direct geplaatst voor het hoofdtoernooi van Wimbledon. Nederland telt weer mee op tennisgebied.

Grote Prijs
Max Verstappen winnaar Grand Prix Barcelona
Waar Frankrijk een mooi podium bood voor de tennisfans, was het twee weken geleden smullen voor de autosportliefhebbers in Monaco - toch ook een beetje Frankrijk in mijn ogen, al zullen de Monegasken het daar niet mee eens zijn. De jaarlijkse Grand Prix die aldaar verreden wordt, is een hele mooie traditie waar altijd iets opmerkelijks gebeurt. Het stratencircuit is smal waardoor inhalen eigenlijk niet kan. Toch is er iemand die dat volop deed. Max Verstappen. Voor de Nederlandse Formule 1 fans is hij natuurlijk de grote held. De Limburgse zoon van voormalig coureur Jos Verstappen, won vorige maand zijn eerste Grote Prijs in Barcelona, kort nadat hij was overgegaan naar Red Bull Racing - één van de topteams. Een GP winnen was nog geen enkele Nederlander ooit gelukt, wat zijn prestatie vanzelfsprekend heel bijzonder maakt. In Monaco waren de verwachtingen dan ook hoog gespannen. Helaas speelde de regen hem parten. Hij nam, net als in de training, ook in de wedstrijd iets te veel risico waardoor zowel de vangrail als zijn bolide moesten worden gerepareerd. Een foutje van de pas 18-jarige koele kikker die zo nog wat leergeld betaalde. Ik ben er desondanks van overtuigd dat Max de toekomstige wereldkampioen is. Nederland telt ook in deze sport helemaal mee.

Steven Kruijswijk op de Colle dell' Agnello
Bikkels
En dan was er ineens een sympathiek ogende roodharige knaap uit Brabant die met zijn vederlichte postuur bergen bedwong in Italië. De Giro d'Italia staat synoniem voor afmatting afzien en gevaar en is volgens mij zwaarder dan de Tour de France. De start was al fenomenaal, want de proloog van de drie weken durende koers was in het voor de gelegenheid roze gekleurde Apeldoorn. Tom Dumoulin had zijn zinnen gezet op de overwinning. Tot genoegen van de stad slaagde zijn plan en zo reed de Limburger vanaf die dag dagenlang in de roze leiderstrui. Jammer dat hij de week erop met een blessure uitviel, maar daar was ineens Steven Kruijswijk die het roze stokje overnam. Drie dagen voor het einde voerde hij nog steeds met grote voorsprong het klassement aan. In gevecht met zijn concurrenten bewees hij bergop keer op keer de sterkste te zijn. Helaas werd de afdaling van de Colle dell' Agnello hem fataal. Hij nam een bocht te wijd waardoor hij tegen het opzijgeschoven sneeuw knalde. Daardoor vloog hij over de kop, waarmee zijn droom op Titanic-achtige wijze in duigen viel. Met een gebroken rib reed hij de ronde wel uit, een bikkel dus.

Over ruim drie weken start de Tour de France waar Kruijswijk niet aan zal deelnemen. Gelukkig strijden er wel veel andere Nederlanders mee om de prijzen. Wat te denken van Wout Poels, die in het voorjaar de klassieker Luik-Bastenaken-Luik won en die in 2012 tegen zijn zin na een val in een Tour-etappe richting Metz de strijd meer dood dan levend moest verlaten. Gelijksoortige misère vielen eerder ook Robert Gesink en Dumoulin ten deel. Maar die jongens zijn werkelijk spijkerhard en wat mij betreft ook kanshebbers voor een ritzege komende zomer. Ik heb veel bewondering voor die sporters die steeds weer de elementen van de natuur trotseren. Winnen doet niemand er van, maar wel goed voor de heldenstatus. Drie weken lang op een heel klein zadeltje, berg op en af, soms schrapend over het asfalt. Heftig hoor. Respect. Helden zijn het.

Citius altius fortius
Het Olympische motto;
Citius altius fortius
Vanaf augustus begint het grootste mondiale sportfeest van de wereld; de Olympische Spelen. Ook daar zal er behoorlijk wat Nederlandse inbreng zijn. Ik ga juichen voor sprintster Dafne Schippers - nu al legendarisch op de 100 en 200 meter. Verder kijk ik uit naar wat het zwemmen gaat brengen met Ranomi - die met die ingewikkelde achternaam - en Femke Heemskerk. Ook de turnequipe, atletiekploeg en hockeyteams gaan voor de hoogste trede. Ik ben benieuwd of het aantal van twintig veroverde medailles van de zomerspelen van Londen kan worden overtroffen. Eén ding is wel zeker; alle sporters hebben reeds beestachtig gevochten om te mogen deelnemen in Rio. Het motto van de Olympische spelen is niet voor niets sneller, hoger en sterker waarbij het gaat om het streven naar het hoogst haalbare. Deelname op dat hoge niveau is al een prestatie op zich.

Onze Nationale voetbalploeg, die het doorgaans nergens aan ontbreekt, is het niet gelukt om deelname aan een groot evenement af te dwingen. Het had natuurlijk best wel gezellig kunnen zijn en toch lig ik er niet van wakker. De ploeg is eenmaal gewogen en te licht bevonden. Niet sterk en snel genoeg, zeg maar. Daarbij vind ik het juist wel mooi dat andere sporten nu eens meer aandacht krijgen. Het belooft hoe dan ook een mooie sportzomer te worden met ongetwijfeld vele overweldigende prestaties en eerlijk is eerlijk; bij die fabelachtig heroïsche verrichtingen verbleken de voetballers.


dinsdag 31 mei 2016

Preventief blussen

Pensioen. Weinigen houden zich er mee bezig en waarom ook? Nu leven en niet verdiepen in dat inkomen voor later is toch veel interessanter? En als er reeds sprake is van pensioen, dan maakt het al niet meer uit. Of toch wel? Ja, het is raadzaam om je af en toe eens stiekem een klein beetje in die materie te verdiepen. Het vervelende is namelijk dat opbouwen tijd kost en tijdig bijsturen een hoop ellende kan voorkomen, ook voor eventuele nabestaanden. Anders gezegd: als het huis maar lang genoeg brand, wordt blussen steeds ingewikkelder, zo niet onmogelijk.

Mijn AOW leeftijd
Eigen broek
Als we de wetenschap mogen geloven dan wordt een mens nog altijd gemiddeld steeds iets ouder. Dat komt de overheid van een vergrijzend Nederland natuurlijk niet goed uit. Steeds weer AOW uitbetalen is een kostbare zaak voor de gemeenschap. De leeftijdsgrens waarop we voor het eerst die maandelijkse tegemoetkoming ontvangen, zal dan ook vermoedelijk nog verder worden opgetrokken. Toets je geboortedatum maar eens in op de website van de sociale verzekeringsbank. Ik ben benieuwd waar jij op uitkomt. Mijn resultaat is hiernaast zichtbaar. Ik werd er niet direct vrolijk van.

Voorheen betaalden de werkenden de AOW voor gepensioneerden. Dit systeem werd omslagstelsel genoemd. Door vergrijzing is dit systeem echter onhoudbaar gebleken, want de kosten lopen per werkende te snel op. Wat zal daarvan het gevolg zijn? De term participatie-maatschappij is al eens gevallen. Het komt er straks misschien op neer dat we vaker onze eigen broek moeten ophouden. Ik maak me daarover wel eens een beetje zorgen, want dat zijn we niet meer gewend. De verzorgingsstaat is wat dat betreft wat doorgeschoten. Vroeger, zeg maar vóór de Tweede Wereldoorlog, moest men zorgen voor voldoende spaargeld of je werkte wat langer door. En als dat niet ging, dan mocht je misschien wel bij de kinderen wonen. Eigenlijk best overzichtelijk.

Willem Drees (1886 - 1988)
Minister van Staat
Drees
Wanneer iemand de pensioengerechtigde leeftijd bereikt zijn er meerdere manieren om inkomen te genieten. Op de eerste plaats is er AOW waarvan de vraag is in welke vorm dit ogenschijnlijk onhoudbare systeem blijft bestaan. De in de jaren '50 ingevoerde sociale wet, die door niet aflatende inzet van Willem Drees is ontstaan, staat onder grote druk. Diezelfde Drees  die overigens wel zeer lang AOW heeft genoten – vond dat er iets gedaan moest worden aan de armoede onder ouderen. De vraag is in hoeverre dat in de toekomst actueel blijft, want het welvaartsniveau is door de jaren heen al fors gestegen. In mijn optiek koren op de molen voor beleidsbepalers. Wellicht denken we straks ergens recht op te hebben, maar worden we toch gekort omdat we daarnaast nog wat hebben opgebouwd, op wat voor manier dan ook.

Dat boekje
Er is een grote groep die via werkgever pensioen opbouwt of reeds heeft opgebouwd. En ja, informatie daaromtrent staat dus in dat boekje wat elk jaar binnenkomt. Goed om eens door te nemen, echter velen zullen niet verder komen dan de eerste twee pagina's. Daar staat vaak je naam op en als je een partner hebt hopelijk ook zijn of haar naam. De volhouders die dan nog een pagina of twee extra lezen hebben dan nog wel gelezen hoeveel ze bruto gaan krijgen op de beoogde datum van pensionering, maar wie zegt dat dat ook de daadwerkelijk datum van pensionering is? En wat zijn de gevolgen wanneer er sprake is van onverhoopt overlijden, al dan niet vroegtijdig? Hoe dan ook; in bijna alle gevallen is het fors inleveren op dat mooie geschetste plaatje.

Ik tel liever mijn zegeningen en kijk kritisch naar wat ik heb opgebouwd via het pensioenfonds, al moet ook ik maar afwachten wat dat opgebouwde vermogen straks nog waard is. Pensioenfondsen hebben het als gevolg van de lage rentestand al lang erg zwaar en mogen daardoor de pensioenaanspraken niet indexeren. Dan lijkt het genoemde nu een leuk bedrag, maar verdampt dat ongewenst alsnog door inflatie en nog af te dragen belasting. Om moedeloos van te worden natuurlijk.

Het heft in eigen hand
Gelukkig is er nog een laatste mogelijkheid om pensioen op te bouwen: de zogeheten derde pijler. Deze biedt eenieder de mogelijkheid om in eigen beheer wat aan pensioenopbouw te doen. Handig ook voor bijvoorbeeld zzp'ers die zo fiscaal vriendelijk wat aan hun pensioen kunnen werken. De kanttekening daarbij is wel dat fiscaal vriendelijk aantrekkelijk klinkt, maar dat daar wel zeer veel regels aan kleven.

Gelukkig zijn er meer mogelijkheden. Zo zorgt een afgelost huis voor een betere inkomenspositie, want een hypotheekvrij huis betekent geen of toch lagere maandlasten, (trouwens ook als je nog niet met pensioen bent). Voor huurders gaat die vlieger natuurlijk niet op en dan zit er niets anders op dan sparen, maar ook die groep moet het heft in eigen hand nemen. Voor iedereen geldt namelijk dat gemeentelijke lasten en kosten voor boodschappen nooit wegvallen, om over kosten voor (toekomstige) zorg maar niet te spreken. Iedereen zal daarnaast zo zijn eigen gewenste bestedingsdoelen hebben, dus op de een of andere manier moet ieder voor zich zorgen dat er maandelijks wat binnenkomt.

Ik kan grotendeels zelf bepalen hoeveel inkomen ik nodig acht, en zo lang ik leef kost ik geld, zoveel is zeker. Alleen zo lang er geen glazen bollen zijn, weet ik niet hoe lang ik geld kost en dat kan dan weer lastig zijn. Des te belangrijker om een beetje regie te nemen en daar hoort dus bij dat ook ik af en toe aan de slag ga met mijn pensioenzaken, ook al is daar ogenschijnlijk niet veel plezier aan te beleven. Beter nu vast een beetje preventief blussen voordat de tent echt helemaal in de fik staat.